Wachthuis Kanselpoort

Foto Hugo Ouwerkerk.

De geschiedenis van het nog bestaande wachthuis aan de Kanselpoort kan niet los gezien worden van de verdwenen Kanselpoort, dus worden hieronder beide bouwwerken beschreven.

Kanselpoort

De middeleeuwse Kanselpoort, toen Cansepoort1 genoemd, stond vanuit de stad gezien net voor de Coöp in de Westwagenstraat (huisnummer 40). En de Schuttersgracht was toen de stadsgracht voor de vestingmuur en liep dus door, voorlangs de Kanselpoort.

Meer details betreffende de Kanselpoort en de uitleg van dit deel van de stad zijn te vinden in het artikel van Bert Stamkot onder de serie “Vestinghoofdbrekens” in de bibliotheek op deze site.

Detail uit Stadskaart Woudrichem en Gorinchem 1545 door Jacob van Deventer. https://nl.wikipedia.orhttps://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/3/31/Stadskaart_Woudrichem_en_Gorinchem_1545_door_Jacob_van_Deventer.jpeg. Bron Biblioteca Nacional Espana.

De nieuwe vestingwerken kwamen ruim om de stad te liggen, waardoor de stad in totaal bijna tweemaal zo groot werd. De Cansepoort werd dan ook afgebroken en op 13 oktober 1587 besloot de vroedschap tot de bouw van de nieuwe Kanselpoort2. Op de kaart hieronder is die poort te zien.
1 A.J. Busch, Oud-Gorcum Varia nr. 032.
2 Kroniek van Gorinchem door W.F. Emck.

Stadsdeel met de Kanselpoort ca. 1625. Detail van kaart uit de stedenatlas van Lodovico Guicciardini.

Op onderstaande afbeelding ziet u een impressie van de nieuwe Kanselpoort, gedateerd 1603. De poort op de afbeelding lijkt verdacht veel op die, als afgebeeld op de plattegrond hierboven. De vestingwal liep ter hoogte van het nog bestaande wachtgebouw (Wolpherenwal nr. 1). Hier stond dus deze nieuwe Kanselpoort.

18de-eeuwse gewassen pentekening door J. Stellingwerf. Regionaal Archief Gorinchem.

De bovenstaande afbeeldingen op plattegrond en pentekening zijn toch wel wat merkwaardig, want die poort ziet er grof en middeleeuws uit. Er zijn vooralsnog ook geen gegevens bekend, dat die poort ooit is verbouwd. De Dalempoort stamt ook uit die periode en heeft een heel andere (renaissance) bouwstijl. Hieronder staat de Kanselpoort afgebeeld op een detail uit een tekening van eind 18e eeuw en lijkt niet op die ook 18e eeuwse pentekening, de poort is in dezelfde stijl opgetrokken als de Dalempoort. Deze tekening van Cornelis de Jonker is in ieder geval betrouwbaar. Het lijkt of men op de voorgaande afbeeldingen een impressie van de middeleeuwse poort heeft gemaakt, maar gepositioneerd in de nieuwe vestingwal.

De Kanselpoort, gedeelte van tekening door C. de Jonker, 1799. Regionaal Archief Gorinchem.

Met de toename van het verkeer halverwege de 19e eeuw, werden de poortgebouwen met hun smalle doorgang lastig en door de verbetering van het geschut hadden deze hoge kwetsbare bouwwerken militair gezien ook geen nut meer. De meeste stads- en vestingpoorten werden afgebroken. In de wallen van vestingsteden kwamen hiervoor bredere afsluitbare doorgangen in de plaats. Zo’n doorsnijding van de vestingwal is benoemd met de Franse vestingterm Coupure.
In Gorinchem werd de Kanselpoort zelfs al in 1818 als eerste afgebroken.

Coupure

De eerste Kanselpoortcoupure werd overigens nog niet erg breed. Op een tekening uit 1853 van het later gebouwde Wachthuis, staat de doorgang aangegeven met een breedte van 3,30 m.

Die eerste Coupure was niet op de plaats van de huidige Coupure, maar op de plaats waar vroeger de vestingwal liep. Want de vestingwal is hier eind 19e eeuw, met de aanleg van het Merwedekanaal, verder naar buiten verplaatst. De nieuwe coupure in de naar buiten verplaatste vestingwal was al veel breder, iets meer dan 7 m breed.

Foto FaceBook Oud Gorinchem.

Met de toename van het verkeer is die Coupure in de 20e eeuw tweemaal breder gemaakt tot de huidige breedte van 14 m breed.

Start werkzaamheden verbreding Kanselpoortcoupure in augustus 1971. Regionaal Archief Gorinchem, F11479.1.

Voor wat de vestinguitstraling betreft is dat wel beter, dan het maken van een nieuwe ingang in de vesting. Bij andere vestingsteden heeft men in de 20ste eeuw wel een extra en ook brede toegang gemaakt, waarbij zo’n vesting dus een groot deel van zijn authenticiteit kwijt raakt.

In Gorinchem is het aantal toegangen nog conform de toestand van de 19e eeuw. Maar uitgerekend nu, in de 21e eeuw, terwijl we toch geleerd zouden moeten hebben hoe belangrijk dit historisch erfgoed is, zijn er toch plannen om een extra toegang in de vesting te maken vanaf het trein- en busstation.

Tekening uit het Genie Register 1897. Kopie origineel Regionaal Archief Gorinchem.

De vestingwal is een verdedigingswerk en een waterkering. De vestingwal moest dus aan beide zijden van de Coupure een recht en stevig einde hebben, waartussen middelen ter afsluiting van de Coupure konden worden aangebracht.

Tekening uit het Genie Register 1897. Kopie origineel Regionaal Archief Gorinchem.

De muren stonden dan ook op een diepe fundatie van houten palen, met daarop gemetselde bogen en er liep nog een steunbeer de vestingwal in. Ook liep er tussen beide muren nog een fundatie van gemetselde bogen op houten palen onder het wegdek door.

Tekening uit het Genie Register 1897. Kopie origineel Regionaal Archief Gorinchem.

In de Coupuremuren zijn sleuven aangebracht, die dienen om de Coupure bij extreem hoog water te kunnen dichten met Schotbalken. De sleuven in de eerste coupure waren smaller dan in de huidige en maar tot een hoogte van ca. 1 m aangebracht. Verder zaten er vroeger nog scharnierduimen in de muren voor dubbele hekken, waarmee men de Coupure kon afsluiten tegen indringers. Bij de Waterpoortcoupure zijn die scharnierduimen nog aanwezig.

Tekening uit het Genie Register 1897. Kopie origineel Regionaal Archief Gorinchem.

Aan de muren is nog mooi de vorm te zien, die de vestingwal moet hebben. Aan de buitenzijde steil oplopend en aan de binnenzijde trapsgewijs. De bovenste kleine trap is het schuttersbanket. Daarop konden de musketschutters staan, om over de borstwering heen op een aanvaller te schieten. De volgende brede trap is de Walgang. Hierop werden kanonnen en munitie aangevoerd.

Nationaal Archief, 4.OPV G3.1 t/m G3.9?

Echter nadat de Kanselpoort was afgebroken, waren de poortwachters, die bij elke toegang tot de stad aanwezig waren, hun wachtlokaal kwijt. Want dat was in het poortgebouw in het vertrek net boven de poort.

Nu de poorten weg waren, werd er dus bij elke Coupure een wachtgebouw binnen de wal en terzijde van de Coupure gebouwd. Het wachtgebouw van de Kanselpoortcoupure bestaat nog en daaraan kunnen we dus zien, waar hier voorheen de vestingwal liep en de eerste Coupure was.

De poortwachters moesten nog wel 20 jaar koude lijden, want pas in 1838 werd tot de bouw van  een wachthuis bij de Kanselpoortcoupure besloten. Schijnbaar zijn de bouwtekeningen verloren gegaan, want in 1853 is er een opmeting gedaan, van wat er al gebouwd was en een tekening hiervan gemaakt. Op die tekening, hierboven is de oude Coupure te zien en het wachtgebouw, wat er toen direct tegenaan stond. Het gebouw was half in de aarden vestingwal verzonken en had toen in de achterzijde en zijmuren geen ramen. De huidige ramen zijn er later ingemaakt, toen het gebouw een functie als woonhuis kreeg. Ook is in 1908 de dakconstructie gewijzigd.

Foto Hugo Ouwerkerk.

Wachthuizen zijn meestal voorzien van een voorportaal met bogen en dus daaraan als wachthuis herkenbaar. Zo ook dit wachthuis en ook de hoofdwacht op de Grote Markt. Echter het gebouw de Lingewacht aan de Blauwe Torenstraat was ook een wachthuis. Dit heeft geen bogen, omdat het een bestaand pand was, wat later o.a. als wachthuis in gebruik genomen is.

Auteur: Hugo Ouwerkerk.

Redactie: Joop Kuijntjes.