Kasteel “De Blauwe Toren” is tussen 1460 en 1465 gebouwd door Karel de Stoute. De meeste Gorkummers hebben wel van dit kasteel gehoord en er een plaatje van gezien. Maar hoe zag het er nou verder uit en waar heeft het precies gestaan? Ik zal hier in 3 delen wat meer over vertellen.
Kijk eerst maar eens naar het bekende plaatje, het is een tekening uit 1656, gemaakt door Jacob van der Ulft. Het kasteel is eigenlijk heel vreemd, het ziet er helemaal niet uit als wat je zou verwachten voor een kasteel uit die tijd. Het lijkt wel of de tekenaar een kunstzinnige geest is, die een fantasietekening gemaakt heeft met een mix van vroegmiddeleeuwse muren en torens, met stedelijke elementen, als trapgevelhuisjes en siertorentjes. Een muurtoren heeft zelfs ramen en de achtergrond van het kasteel klopt al helemaal niet, want daar hoort de stad Gorinchem te zien te zijn, in plaats van het hier getekende neutrale landschap. Als in volgend deel 2 zal blijken, heeft het kasteel wel bestaan en klopt de tekening met de plattegrond van Gorinchem.
Op deze tekening is heel veel te zien. Zo’n tekening moet je aandachtig en bedachtzaam bekijken, later weer eens bekijken en dan nog wat later nog eens. Zo gaat je steeds meer opvallen. Je moet als het ware als een wandelaar langs de muren en door de poorten lopen en je inbeelden, hoe het eruit zag, hoe het was en er gevoel bij krijgen. Kijk maar eens mee, van links naar rechts:
- Links zien we een omvangrijke lage toren, met aan de bovenrand een uitkragende rondgaande, nogal luxe uitgevoerde overdekte weergang, zeg maar een galerij, met ook nog allemaal uitgebouwde torentjes. Daarbovenop zien we rondgaande huisjes gebouwd met trapgeveltjes, met daarbij ook nog een hoog uitstekende toren. De grote toren had een (voor die tijd) ongebruikelijk grote diameter, waarvan er toen in Europa maar enkele van een dergelijke omvang te vinden waren. Niet te zien is, dat er achter deze toren nog een grote toren stond, maar wat minder omvangrijk, als deze. Die zullen we in deel 2 op de plattegrond zien. Uiterst links zien we, dat er een directe toegang tot de toren was, via een ophaalbrug over een gracht.
- Kijken we van de dikke toren ietsje naar rechts, dan zien we een muur recht naar achteren lopen. Hij sluit bij een klein muurtorentje aan op een buitenmuur met een weergang op gemetselde bogen. Niet te zien is, dat in de recht naar achteren lopende muur nog een poort zit, waardoor men op het terrein met de 2 grote torens kan komen. Het terrein met de 2 grote torens is dus omsloten en apart te verdedigen.
- Weer iets naar echts op de voorgrond zien we een grote vierkante muurtoren met kantelen en ramen. Daarnaast een poortje naar de kade, een uitkragend muurtorentje en op de achtergrond de Kapel van het kasteel. Verder naar rechts zien we een ronde toren met kantelen en daarachter nog een toren. Tussen die twee torens zien we nog net een dakje van een poortgebouwtje. Tussen die torens loopt dus ook een muur, met een grachtje. Via een ophaalbrug en de poort kon men dus op het Kapelterrein komen, ook wel de bovenhof genoemd. De “bovenhof” was dus ook ommuurd en apart te verdedigen.
- Verder naar rechts zien we een door een schutting omgeven moestuin en daarnaast de oprijlaan met de hoofdtoegangspoort tot het kasteel. Eigenlijk de toegang van de stad tot het kasteel. Daarachter staat nog een poortachtige constructie getekend, maar dat behoort tot het fantasiedeel van deze tekening, zoals we in deel 2 kunnen zien. Geheel rechts is eigenlijk het “boerderij”-gedeelte van het kasteel, zijnde de stallen en de gebouwen voor het personeel. Dit geheel werd ook wel de “benedenhof” genoemd en is ook weer omsloten en apart te verdedigen.
Dit is al een heel verhaal, terwijl ik alleen nog op enkel bouwkundige zaken en de verdediging gelet heb. Er valt nog veel meer te ontdekken. Ik zal binnenkort nog een vervolg op dit verhaal schrijven, waarin de locatie van het kasteel en de relatie tot Gorinchem aan de orde komt.
Ga verder naar Deel 2