Op 27 september 1837 werd een aanbesteding gedaan voor de bouw van een militaire bakkerij in Gorinchem. De reden hiertoe was dat de kwaliteit van het brood voor de militaire korpsen in de stad slecht was; het was vaak dagen te oud en was vaak niet zwaar genoeg. De directe aanleiding waren herhaaldelijke klachten over het brood van bakker Vervat dat niet aan de gestelde normen voldeed (hoe oud en zwaar het was).
Brood was natuurlijk één van de onmisbare delen van de dagelijkse maaltijd en moest van goede kwaliteit zijn. Door een eigen bakkerij in te richten kon het Departement van Oorlog de kwaliteit van het brood beter garanderen. Het soldatenbrood werd door de militairen kuch genoemd. De reden is niet helemaal duidelijk. Mogelijk doordat bij het nuttigen het droge oude brood tot gekuch leidde.
De stad zorgt voor de locatie in de Revetsteeg, op de hoek van de Molenstraat. Op 28 oktober 1834 was reeds een stal en een erf aangekocht door de gemeente in de Molenstraat (hoek Revetsteeg), hier zou de nieuwe bakkerij gebouwd gaan worden.
In deze aanbesteding werd onder andere voorgeschreven welke materialen moesten worden gebruikt in de bouw (onder andere grenen kozijnen, de verhoudingen voor metselspecie (kalk en tras) werden ook voorgeschreven). De aannemer was ook verantwoordelijk voor de sloop van bestaande panden. De bouw diende op 26 december gereed zijn in datzelfde jaar.
De aanneemsom voor het bouwen van de bakkerij was 10.100 gulden, de sloop van bestaande bebouwing werd voor 700 gulden gedaan door dezelfde aannemer: Frans Meert, meester metselaar te Gorinchem.
Het pand bestond uit drie etages, de bakkerij bevond zich op de begane grond, en naast de bakkerij een broodkamer. Verder was er nog een aantal kamers, op dit moment is ons niet duidelijk waar deze voor werden gebruikt. Boven de ovens in de bakkerij was nog een bergruimte. Op de eerste verdieping was een magazijn voor levensmiddelen en een meelmengzolder. Op de zolderverdieping was een meelzolder met nog een zolderwoning.
De eerste aanpassing in het gebouw liet niet lang op zich wachten. Op 17 augustus 1839 werd een aanbesteding uitgeschreven om de bakkerskamer van een houten vloer te voorzien (Lang 9.2 el en breed 2.8 el ).
De bakkerij kon vanaf 1854 ook gebruik maken van de 7 meter diepe waterput die kort daarvoor geslagen was in de Molenstraat (1852). De bakkerij kon via een aangelegde pijp water tappen uit diezelfde put. Deze waterpomp in de Molenstraat bestaat nog steeds.
In 1885 was het overigens heel gebruikelijk in Nederland dat de garnizoenen vanuit militaire bakkerijen voorzien werden van brood zo blijkt uit het volgende overzichtje uit De Economist van dat jaar:
Het is dus aannemelijk dat zich in andere steden soortgelijke situaties als in Gorinchem voorgedaan hadden wat tot gevolg heeft gehad dat er militaire bakkerijen opgericht werden.
De militaire bakkerij werd door het krimpende garnizoen minder en minder gebruikt, uiteindelijk verviel de functie van bakkerij ergens in de jaren ’20. Op 15 december 1920 werd is door de commissaris van politie met de burgemeester en wethouders gesproken en werd geopperd om het politiekorps onder te brengen in het pand van de militaire bakkerij dat toch niet meer werd gebruikt als bakkerij. Dit verzoek werd door het Ministerie van Oorlog afgewezen.
Het pand Revetsteeg 1 bleef nog wel een tijdje in handen van het Rijk en in 1938 werd het pand (Toen voormalig militaire bakkerij genoemd) verbouwd tot werkplaats voor militaire werklieden.
De activiteiten voor de verbouwing bestonden uit het verbeteren van de onderhoudstoestand van het pand en wegbreken van bakovens. Uitgevoerd door W. van Arkel uit Gorinchem. Op de zolderverdieping werd een wapenopslag ingericht, de eerste verdieping kreeg twee magazijnen, een voor de geneeskundige troepen en een voor opslag van gasmaskers van de torpedisten, verder ook een kamer voor een wapenpoetser. Op de begane grond werden onder andere een schoenmakerij en een kleermakerij ingericht.
Vanaf 1947 werd het gebouw nog een periode gebruikt door het R.K. Militair Tehuis, dit duurde echter niet lang. Op 31 oktober 1950 verwittigt gemeente Gorinchem het bestuur van het tehuis dat ze het pand nog mogen gebruiken tot 1 januari 1951 en het pand zal worden verbouwd tot een verzorgingstehuis. Er was in de stad behoefte om betere ouderenzorg te kunnen bieden. Tot dat moment werden ouderen vaak nog bij een logement van particulieren opgevangen, de omstandigheden waren daar niet altijd even goed.
Bovenstaande afbeeldingen geven de noord-, oost- en zuidgevel weer in 1950, voordat het pand werd aangepast tot verzorgingstehuis.
Het R.K. Militair Tehuis wijkt dan uit naar hotel restaurant Monopole in de Gasthuisstraat 6. Vanaf dat moment had het pand aan de Revetsteeg geen militaire functie meer. Nadat het een verzorgingstehuis is geweest is onder ander de Algemene Bond van Bejaarden er nog even gevestigd geweest (ter vervanging van ‘De Kajuit’). In begin jaren 70 hield de fotoclub Studoka hun bijeenkomsten op de zolderverdieping.
Bronnen:
- Diverse documenten en kranten Regionaal Archief
- De sleutel van Holland, door Jenneke de Jong (ISBN 90-70544-11-3)
- Kroniek van Gorinchem, W.F. Emck (1927)
- Vesting Gorinchem (Hollandse Waterlinie Erfgoedreeks), door Roel Mulder
- Pompen en fonteinen in Gorinchem, door R.F. van Dijk