De Caponnière

Samenvatting voor wie de QR-code heeft gescand

  • Caponnière is een vestingbouwkundige naam, voor een kazemat, die voor de vestingwal uitsteekt.
  • Deze dient voor de nabijverdediging van een recht walgedeelte van een fort of vesting.
  • Het doel van een Caponnière is het flankerend bestrijken van de voorliggende vestinggracht.
    In dit geval bestaat de vestinggracht uit een schutsluis en een kanaal, met daaroverheen twee bruggen.
  • De Caponnière is in 1893 gebouwd als onderdeel van de kanaalwerken voor het kanaal naar Amsterdam, tegenwoordig het Merwedekanaal geheten.
  • Door de aanleg van het kanaal en de schutsluis was er een gat in de nabijverdediging van de vesting Gorinchem ontstaan. De Caponnière was toen een moderne oplossing, om de verdediging weer op orde te krijgen.
  • Voor het schieten langs de vestingwal en het bestrijken van de sluiskolk met de bruggen, konden achter de horizontale schietgaten in de Caponnière 4 stuks Gardner M90 mitrailleurs worden opgesteld. Verder zijn hiervoor ook nog verticale geweerschietgaten gemaakt.
  • Echter in het bewapeningsplan van de vesting Gorinchem waren maar 2 van de 8 aanwezige Gardner M90 mitrailleurs voor de Caponnière gereserveerd.
  • Voor de eigen nabijverdediging heeft de Caponnière een droge gracht, een uitneembaar brugdek, wegneembaar hekwerk en geweerschietgaten in de kelder.

Zie ook de foto’s en tekeningen hieronder.

Heeft u meer tijd, lees dan het volledige artikel.

 

Het volledige artikel

Caponniere 21
Uitzicht op de Caponnière vanaf de grote bult. Foto Hugo Ouwerkerk.

Deze Caponnière is wat betreft aanzicht en inrichting uniek in Nederland.
Een Caponnière is een verdedigingswerk, wat voortkwam uit de ontwikkeling van de forten in het laatste kwart van de 19e eeuw, toen het Polygonale verdedigingsstelsel belangrijker werd dan het tot dan toe gebezigde gebastioneerde systeem. Het werd vooral bij de nieuwe forten in het buitenland toegepast, maar ook het grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het fort bij Rijnauwen, is volgens dit systeem gemaakt. 

Het gebastioneerde systeem wordt gekenmerkt door grote bastions, verbonden door relatief korte stukken vestingwal. De afstanden zijn gebaseerd op de in de 17e en 18e eeuw in gebruik zijnde vuurwapens. In de tweede helft van de 19e eeuw nam de accuratesse en het bereik van de vuurwapens toe en ook de hoeveelheid gebruikte artillerie. Voor de forten kreeg men behoefte aan meer frontale vuurkracht en daarvoor kwam het Polygonale fort-ontwerp in aanmerking.

Fort I van de vesting Magdeburg1868. By unleserlich – Bernhard Mai, Christiane Mai, Festung Magdeburg, 2006, Seite 201; Original: Geheimes Staatsarchiv Preußischer Kulturbesitz Berlin-Dahlem, XI. Hauptabteilung, Festungspläne Karte A 70.710, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1515611.

Het Polygonale systeem was al vroeg populair in Duitsland en kenmerkt zich door langere rechte, of licht gebogen wallen met kleine buiten de hoofdwal uitstekende punten ter flankering. Deze uitstekende punten zijn aanzienlijk kleiner dan bastions en meestal voorzien van kazemat-achtige bouwwerken, waarin het flankeringsgeschut stond opgesteld. Deze kazemat-achtige verdedigingswerken worden Caponnières genoemd, waarbij onderscheiden worden:

  • frontcaponnières, ook wel dubbelcaponnières genoemd.
  • flankcaponnières of schoudercaponnières, ook wel halfcaponnières genoemd.

Op bovenstaande plattegrond van Fort 1 van de vesting Magdenburg is de gracht in geel aangegeven. Uit het fort in de gracht uitstekend is middenboven een frontcaponnière te zien, die aan weerszijden de voorgracht flankeert (dubbelcaponnière).

Op de schouders steken halfcaponnières uit, die de zijgrachten flankeren en middenachter weer een dubbelcaponnière, die de achtergracht flankeert. In België noemt men die laatste dan weer een Traditorebatterij. Dus het kan verkeren. 

Echter in Nederland bleef men ook wel van batterijen spreken, zoals men bij de open flankeringsgeschutsbatterijen op de bastions van het gebastioneerde systeem gewend was. Op de grote Waterlinieforten fort Vechten en fort Rijnauwen spreekt men van “flankbatterijen” en  “reversebatterijen”.

Caponniere 17
Het aanzicht van de Caponnière. Foto Hugo Ouwerkerk.

In Gorinchem heeft men bij het vanaf 1886 aanpassen van de vestingwal, vanwege de aanleg van het kanaal naar Amsterdam (Merwedekanaal) en de grote Merwedesluis met schutkolk, dus een flankcaponnière gebouwd. Deze flankcaponnière met geschut aan één zijde is dan een halfcaponnière.

De Caponnière diende om de rondom sluitende nabijverdediging van de vesting Gorinchem weer sluitend te maken. Want door de aanleg van het rechte kanaal door de vestinggracht, was Bastion 3 weggegraven en was een gat in de rondomverdediging van de vesting ontstaan. Om dit op te lossen werd een caponnière in de punt van het ook half weggegraven bastion 4 gebouwd. Een “moderne” oplossing.

Vanaf de wal, die voorheen op Bastion 3 aansloot werd een nieuw stuk wal naar de Caponnière gemaakt. Waardoor dit ten opzichte van het oude waltracé wel wat meer naar buiten kwam te liggen, evenwijdig aan het kanaal en de sluiskolk. Dit is nog te zien aan het wachtgebouw, wat eerst tegen de wal stond en nu ca. 50 m binnen de vesting is komen te liggen. Ter plaatse waar voorheen Bastion 3 begon, zit nu een knikje in de wal.

Klik op kaart om te vergroten. Het anno 1897 nieuwe stuk vestingwal met kanaal, schutkolk en Caponnière. Kaartfragment van de kaar behorende bij het Genie Register Gorinchem uit 1897, documentatiecentrum Stichting Menno van Coehoorn.

De verdediging was nu zo ingericht, dat het gedeelte vanaf Bastion 2 tot dat knikje bestreken werd door het flankeringsgeschut van bastion 2 en het nieuwe lange rechte stuk wal vanaf dat knikje tot aan de Caponnière werd nu door de Caponnière bestreken, evenals het sluizencomplex met de toegangsbruggen tot de vesting. Eind 19e eeuw was het geheel gereed en was er dus een nieuw stuk functionele verdedigingswal verwezenlijkt.

Een prachtige 3D afbeelding, waarop de constructie van de Caponnière duidelijk wordt (vergroot 2x muisklik). Deze is gemaakt door Sander van den Berg. Voor zijn prachtige site, zie onder zijn volgende afbeelding.

De Caponnière is gebouwd als een bomvrij gebouw bestaande uit gewelfd dik metselwerk, gefundeerd op houten palen en planken. Verder bestond de bescherming uit een dikke aanaarding aan rugzijde en bovenop. Voor nabijverdediging van de Caponnière zelf was deze voorzien van een droge gracht, een toegangsbrug met uitneembaar brugdek en geweerschietgaten in de kelderverdieping. De Caponnière kon de toegang tot de vesting verdedigen vanuit de schietgaten op de begane grond, die het sluiscomplex met de bruggen bestrijken en dus de vestingwal flankeren tot aan de knik bij Bastion 2.

Uit een kopie van het Genie Register Gorinchem van 1897, aanwezig in het Regionaal Archief Gorinchem.
Caponniere 12
Interieur begane grond van de Caponnière. Foto Hugo Ouwerkerk.
Uit een kopie van het Genie Register Gorinchem van 1897, aanwezig in het Regionaal Archief Gorinchem.
Caponniere 9
Kelderverdieping van de Caponnière.

Op de benedenverdieping zijn twee toilethokjes. Hierin stonden grote zinken emmers, voorzien van een houten toiletbril. Als ze vol waren moesten de soldaten deze buiten de Caponnière ledigen.

Uit een kopie van het Genie Register Gorinchem van 1897, aanwezig in het Regionaal Archief Gorinchem.
Uit een kopie van het Genie Register Gorinchem van 1897, aanwezig in het Regionaal Archief Gorinchem.

De bomvrije Caponnière is overigens gebouwd door Rijkswaterstaat voor het Ministerie van Oorlog. Toen de Caponnière gereed kwam in 1893 is er op last het Ministerie van oorlog nog een laag cementbeton bovenop aangebracht, onder leiding van de 1e Luitenant-Ingenieur J.
Grootenhuis. Dit was een reactie op de invoering van de brisantgranaat in 1885, die zo krachtig was, dat de gewone, van metselwerkgewelven gemaakte bomvrije gebouwen hier niet tegen bestand waren.

Caponniere 13
Interieur begane grond met steunen voor het mitrailleuraffuit voor de Gardner M90 mitrailleur. Foto Hugo Ouwerkerk.

De Caponnière was ontworpen voor de meest moderne bewapening van die tijd: mitrailleurs. Nederland had in die tijd de Amerikaanse Gardner M90 mitrailleur aangeschaft en in de Caponnière konden vier van deze wapens bij de grote schietgaten worden gemonteerd. Met een bereik van ca. 1000 m en een vuursnelheid van ca. 400 schoten per minuut, werden deze voldoende geacht voor de nabijverdediging van dit deel van de vesting Gorinchem.

Caponniere 14 gardnerm90-kazemat
De Gardner M90 mitrailleur op het muuraffuit. Herkomst onbekend.
Impressie gemaakt door Sander van den Berg.

Zo was ook in de Gorinchemse Caponnière de opstelling van de Gardner mitrailleurs.
Het driehoekige onderste deel en de bovenste schroefbevestiging zitten nu nog aan de muur in de Caponnière. Eind 19e eeuw beschikte de vesting Gorinchem over 8 stuks Gardner mitrailleurs, waarvan er voorlopig 2 stuks bedoeld waren voor vaste opstelling in de Caponnière en 6 stuks gemonteerd waren op een verrijdbaar affuit met wagenwielen. Dit plaatje is ook gemaakt door Sander van den Berg. Op zijn site staan nog meer van die mooie plaatjes van vestingwerken, zie: https://3dfort.wordpress.com/informatie/

Merwedesluis met Capponiere 1922 detail
Detail van een foto van de grote Merwedesluis (1922) met de Caponniere.

Hierop is te zien, dat de wegen rondom de schutsluis toen lager waren en dat de schietgaten van de Caponnière op de juiste hoogte zaten om het hele sluiscomplex en de toevoerwegen te bestrijken en ook flankerend langs de wal te schieten, richting Bastion 2. Tegenwoordig is dat niet meer te zien, omdat het schutsluiscomplex en de wegen  er omheen circa anderhalve meter zijn verhoogd en de schietgaten nu op hetzelfde niveau zitten als het wegdek.