WO2-7 Vrijdag 10 mei 1940; Oorlog in Gorinchem!

Welkom bij deel 7. Nu is het oorlog en ook in- en om Gorinchem gebeurt er heel veel op de 1e oorlogsdag, dus dit wordt een redelijk lang deel in deze serie.

Verslagen

Van de oorlogsdagen moesten alle militaire eenheden verslagen inleveren. De officieren tot aan de compagniecommandanten toe moesten na de oorlogsdagen hiervan verslag doen. Dus we kunnen nu van ook andere verslagen gebruikmaken dan alleen van het dagboek van I-13RA.

Luchtverdediging

De eerste troepen, die in de wijde omgeving van Gorinchem daadwerkelijk in actie kwamen tegen de Duitse overval waren militairen van de Luchtverdediging.

Luitenant Ir. T.K. de Haas was toegevoegd aan de staf van de Luchtverdedigingskring Gorinchem en schreef in december 1940 een verslag voor het blad MAVORS. Dit was toen een “maandschrift voor officieren, van reserve, militie en weerbaarheid”.

Uit zijn verslag blijkt, dat de Luchtverdedigingskring Gorinchem over de volgende eenheden beschikte:

• 112e batterij LUA (Lucht Afweer) 6 TL (kanon 6 cm Tegen Luchtdoelen) bij Herwijnen. Dit was een zogenaamde “verlichte” batterij, dat wil zeggen, dat er een sectie zoeklichten aan is toegevoegd.
• 87e Peloton Luchtdoelmitrailleurs, Spandau 7,9 mm bij Brakel.
• 88e Peloton Luchtdoelmitrailleurs, Spandau 7,9 mm bij Brakel.
• 114e batterij LUA 6 TL bij Keizersveer, zonder zoeklichten, een zogenaamde “donkere” batterij.
• 115e batterij LUA 6 TL bij Genderen, zonder zoeklichten.
• 98e Peloton Luchtdoelmitrailleurs, Spandau 7,9 mm bij Heusden.
• 99e Peloton Luchtdoelmitrailleurs, Spandau 7,9 mm bij Heusden.
• 92e Peloton Luchtdoelmitrailleurs, Spandau 7,9 mm bij Drongelen.

Dit lijkt heel wat, maar u moet zich daarvan niet te veel voorstellen.

6 cm t.l. luchtdoellanon (voormalig 6 cm kazematgeschut) op aanhangwagen. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie . Objectnummer 2155_501512.

Deze luchtdoelbatterijen waren verouderd en eigenlijk ongeschikt om op snelle vliegtuigen te schieten. Die batterijen waren samengesteld uit oude afgedankte kazematkanonnen. Ze waren voorzien van een door de Artillerie Inrichtingen Hembrug bij Amsterdam gemaakt affuit tegen luchtdoelen met terugslagdemping. En de munitie bestond uit patronen (granaat en drijflading gecombineerd met een metalen huls) waardoor sneller achter elkaar kon worden geschoten.

Echter het was niet vergelijkbaar met de toen moderne luchtdoelkanonnen. De kanonnen waren mobiel gemaakt door ze op een platte aanhangwagen te monteren. Er was ook een vuurleidingstoestel ontwikkeld, om met alle drie de kanonnen van een batterij tegelijk gericht vuur te kunnen geven. De instellingen voor de kanonnen werden echter telefonisch doorgegeven en vervolgens op de kanonnen ingesteld. Op zich was het indertijd best goed bedacht, maar een knappe jongen die er een snel “modern” vliegtuig mee neer kon schieten en toch lukte dat af en toe. Nou ja, anders waren de in de lucht springende granaten wel afschrikwekkend voor de aanvaller.

Zoeklicht nr. 71, fabrikaat Sautter-Harlé, met een diameter van 90 cm en bestemd voor 6 Zoeklichtafdeling t.l. Datering 1925. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie . Objectnummer 2155_006850.

Militairen oefenen met een Spandau M25 luchtdoelmitrailleur in een duinterrein. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie . Objectnummer 2053-001-055.De Spandau mitrailleurs waren aan het eind van de 1e Wereldoorlog door Nederland in beslag genomen van Duitse troepen, die door Limburg terugtrokken naar Duitsland. Ze bleken flink versleten te zijn maar werden door Nederland (bij gebrek aan voldoende luchtdoelartillerie) toch nog als luchtdoelmitrailleur ingezet.

De Luitenant schrijft hier nog bij “Herwijnen lag in het inundatiegebied, dat reeds in april was ondergelopen. Genderen en Hank lagen buiten de inundaties, Gorinchem er binnen”.

De luchtverdediging viel onder de Strategische Beveiliging en verkeerde wel in de hoogste graad van strijdvaardigheid. Ook de waarschuwende berichten van de Generale Staf kwamen hier binnen. De luitenant schrijft “Laat in de avond van 9 mei 1940 bereikte ons van het Kring Stafbureau een extra waarschuwing tot paraatheid, tezamen met het bevel voor het treffen van verduisteringsmaatregelen”.

10 mei: “de radio berichtendienst gaf steeds veelvuldiger en alarmerender berichten af. Omstreeks 04:00 uur werd medegedeeld, dat toestand D was ingetreden. Schrijver (dezes) werd gewekt door een telefoonbelletje, doch de boodschap, die hij telefonisch kreeg, was reeds oud nieuws voor hem, omdat het dreunen van het geschut bij Herwijnen en het geronk van vele vliegtuigen hem al voldoende hadden ingelicht.

Na korte tijd bij het stafkwartier gekomen zijnde, werd een deel van het personeel op straat aangetroffen, zeer laag overvliegende vliegtuigen met karabijnvuur beschietend. Reeds vele burgers stonden voor hun huisdeur. De 112e Batterij betrok haar reservestelling, omdat de andere stelling veel te duidelijk was waar te nemen”.
In de zeer vroege morgen van de 10e mei was de oorlog (toch nog plotseling) een feit, de Gorinchemse bevolking werd ook door het enorme vliegtuiggeronk gewekt en er werd in de binnenstad van Gorinchem zelfs al op vliegtuigen geschoten.

Geheim plan

Er was die dag echter veel meer activiteit, het werd druk bij Gorinchem, want generaal Winkelman zijn geheime plan ging deze dag in werking, maar we bekijken eerst nog de complete situatie van de mensen en middelen bij Gorinchem, situatie 10 mei 1940. Zie de kaart hieronder:

Vergroten door (2x) op de kaart te klikken. Kaartfragment (opgemarkeerd) van schetskaart nr. C.24 uit het deel III-3 schetskaarten van de serie “De Operatiën van het Veldleger en het Oostfront van de Vesting Holland – Mei 1940”. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl.

Oostfront van de Vesting Holland – Mei 1940”. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl.

Ter oriëntatie:

  • Links ligt Dordrecht met aan weerszijden in rood aangegeven, dat daar bij het krieken van de dag parachutisten waren geland. Meer wist men toen ook nog niet van de situatie aldaar.
  • Rechts van het midden ligt Gorinchem met ten oosten en zuiden daarvan met zwarte streepjes de geïnundeerde gebieden aangegeven, links aansluitend aan de Biesbosch.
  • Oranje gemarkeerd de afdelingen artillerie, waarbij de oranje pijlen het bereik van het betreffende geschut aangeven.
  • Groen gemarkeerd zijn de troepen van het 23e Regiment Infanterie.
  • Donkergrijs de detachementen Torpedisten bij hun mijnversperringen in de Merwede bij Werkendam en bij fort Vuren.
  • Lichtblauw zijn de afdelingen Luchtdoelartillerie bij de rivierovergangen, alle behorende tot de Luchtverdedigingsgroep Gorinchem, onder bevel van kapitein H. Th. Niewenhuijsen en zijn staf te Gorinchem. Met deze opstellingen was al rekening gehouden met het plan van generaal Winkelman, om het 3e Legerkorps en de Lichte Divisie vanuit Brabant de Vesting Holland binnen te laten trekken. De luchtdoelartillerie moest de hiervoor te gebruiken belangrijkste rivierovergangen binnen de Groep Merwede beschermen, zijnde:
    • De brug bij Keizersveer.
    • De bruggen bij Heusden.
    • Een door de Pontonniers gemaakte pontonbrug bij Drongelen.
    • Een door de Pontonniers gemaakte pontonbrug bij Brakel.
    • Een door de Pontonniers gemaakte Schipbrug bij Zuilichem.De gebruikte veerponten bij Drongelen en Gorinchem hadden dus geen luchtdoelbescherming. De infanterie had nog wel één zware mitrailleur tegen luchtdoelen opgesteld op het dak van de Willemskazerne.
Brug voor gewoon verkeer over de Bergsche Maas bij Keizersveer, eind dertiger jaren. Collectie Militair Instituut voor Militaire Historie, objectnummer 2155_003637.

Het 3e legerkorps had ruwweg nog zo’n 16.000 man en de Lichte Divisie ca. 10.000 man. De verplaatsing van deze eenheden met materieel, paarden en voertuigen was een enorme operatie en om opstoppingen te voorkomen, moest de verplaatsing via verschillende wegen en rivierovergangen plaats vinden en was er voor extra overgangscapaciteit gezorgd, door inzet van de ponton- en schipbruggen.

Voor de Lichte Divisie was voorzien, dat deze voornamelijk via de Moerdijkbruggen zou gaan, echter die waren ’s ochtends vroeg door de Duitse parachutisten veroverd. Nu moest deze divisie in zijn geheel via Gorinchem en kreeg die dag opdracht om via de Alblasserwaard en de gloednieuwe brug over de rivier de Noord bij Alblasserdam, op te trekken richting vliegveld Waalhaven. Dit vliegveld was in de vroege ochtend ook door Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen veroverd en via dit vliegveld werden in hoog tempo steeds meer Duitse troepen aangevoerd. De Lichte Divisie moest dit vliegveld veroveren. Op onderstaande kaart van de toestand op 10 mei 1940 om 12:00 uur, zijn de posities van de uit Brabant trekkende “legertreinen” (colonnes) met pijlen aangegeven.

Vergroten door (2x) op de kaart te klikken. Kaartfragment (opgemarkeerd) van schetskaart nr. C.24 uit het deel III-3 schetskaarten van de serie “De Operatiën van het Veldleger en het Oostfront van de Vesting Holland – Mei 1940”. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl.

Links (west) van Gorinchem zien we dat III-2RW (3e Bataljon van het 2e Regiment Wielrijders) al over de Merwede is. Het Regiment Wielrijders was onderdeel van de Lichte Divisie.
In de loop van de middag werd eerst het bevel ontvangen om de 15e Batterij LUA plus haar drie pelotons (luchtdoelmitrailleurs) tijdens de nacht naar Asperen te verplaatsen. Later kwam ook nog het bevel om de 114e batterij LUA ’s nachts binnen de Waterlinie te halen en op Gorinchem te dirigeren. De ponten bij Gorinchem werden gewaarschuwd. De Groepsofficier van Gezondheid heeft voor ons slechts één gesneuvelde en één zwaar gewonde moeten verzorgen”.

De “Sleeuwijkseboot”. Streekarchief Langstraat Heusden Altena.

Deze bevelen waren het gevolg van het slagen van de verplaatsingsoperatie van het 3e Legerkorps en de Lichte Divisie. De luchtbescherming bij de pontonbruggen, die ten behoeve van die verplaatsingsoperatie waren aangelegd, was niet meer nodig en de batterijen werden naar de hoofdweerstandlinie verplaatst om daar de troepen enige bescherming te bieden tegen luchtaanvallen.

Versterking

De troepen in het land van Altena zouden deze dag volgens plan versterking ontvangen. Het 2e Bataljon van het 23e Regiment Infanterie bezette hier de stellingen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. We kijken dan ook even naar hun belevenissen op deze eerste oorlogsdag.
II-23RI (2e Bataljon van het 23e regiment infanterie):

De Bataljonscommandant van II-23RI, majoor J. Teixeira de Mattos:
De majoor schrijft ondermeer “Te 10:00 uur komt het bericht, dat een 2e bataljon in dit vak (vak Sleeuwijk) zal komen en dat daarna de opstellingen zullen zijn als beschreven onder I. (er waren vier verschillende opstellingen voorbereid). Dit 2e bataljon was dus de versterking voor dit vak volgens het nieuwe plan van generaal Winkelman.

Verder vermeldt de majoor “Gedurende alle dagen mitrailleurvuur uit laag vliegende vliegtuigen”. Reactie van de troep: aanvankelijk zorgeloos; zeer spoedig echter voorzichtig. Eerst een aanval op de gevechtstrein (colonne) met als resultaat twee caissons in de sloot en zes paarden gewond, maakte op het hierbij aanwezige personeel indruk. Van een bomaanval nabij Loevestein, waarbij slechts de Merwede getroffen werd, heb ik geen invloed op het moreel kunnen bespeuren”.

1-II-23RI (2e Compagnie van het 2e Bataljon van het 23e regiment infanterie)
1e luitenant N. van Ginkel

Deze schreef ondermeer “Des ochtends bij het overtrekken van de vliegtuigen, de troepen verzameld en gereed laten maken tot het bezetten van de stellingen, of om af te marcheren tot naar een andere opstelling. Korte tijd daarna bericht ontvangen van de staf van het 2e bataljon (23e Regiment Infanterie) tot het zenden van één sectie T.L. (geschut of mitrailleurs Tegen Luchtdoelen) en twee stukken M.C. (Mitrailleur Compagnie zware mitraileurs) naar de Vissersdijk en fort Steurgat”. “De tweede sectie T.L. bleef op Bakkerskil (fort aan de Bakkerskil, een klein Waterliniefort) ter beschikking en ter gereedmaking van kwartieren voor het te verwachten Bataljon van 13RI”.

Dit is het bataljon, dat i.v.m het laatste verdedigingsplan de bezetting van de linie in het Land van Altena zou komen versterken. Het bataljon hoorde bij het 3e legerkorps, wat volgens de laatste plannen vanaf de omgeving van ’s Hertogenbosch naar de nieuwe Waal-Lingestelling binnen de Vesting Holland zou komen. Het 3e legerkorps bestond uit de 5e Divisie en de 6e Divisie. Het 13e Regiment Infanterie was onderdeel van de 5e Divisie en lag in Schijndel.

Van het 13e Regiment Infanterie kreeg het 3e Bataljon opdracht om bij Hedel van de marscolonne af te splitsen en naar Sleeuwijk te marcheren. Dit werd versneld door de inzet van enkele vrachtwagens, die tussen de marcherende colonne en Sleeuwijk heen en weer reden om telkens een paar groepen op te pikken. Niettemin was het een lange inspannende mars, temeer omdat men telkens dekking moest zoeken voor vijandelijke vliegtuigen. Het bataljon kwam tussen 22:00 en 23:00 uur aan bij Sleeuwijk.

Luitenant van Ginkel vervolgt: “De twee overgebleven stukken M.C. (zware mitrailleurs) waren op het fort in stelling gebracht tegen vliegtuigen en hebben reeds in de loop van de morgen het vuur erop geopend, zover nagegaan kan worden zonder resultaat”. “Voorzover niet op wacht, werd door de andere manschappen de legering in het fort zoveel mogelijk uitgebreid, zodat ruim 250 man aldaar gelegerd konden worden. In de loop van de avond arriveerde III-13RI welke de gereedgemaakte legering betrok”.

2-II-23RI (2e Compagnie van het 2e Bataljon van het 23e regiment infanterie)
Reserve-kapitein C. Collard

Hij schreef onder meer “Omstreeks 04:00 uur komen talloze Duitse militaire vliegtuigen over Woudrichem en omgeving. Omstreeks 06:00 uur wordt order ontvangen van de Bataljonscommandant om de compagnie volledig gevechtsbereid te maken; er bestaat onzekerheid over het feit of de compagnie de voorbereidde stellingen moet bezetten of zich gereed moet houden voor afmars naar onbekende bestemming”.

Dat is merkwaardig, het eerste lijkt voor de hand liggend, maar de B.C. was schijnbaar niet duidelijk genoeg. Het wordt door de kapitein nog nagevraagd, en men krijgt opdracht de stellingen te bezetten.

De verdedigingswerkjes (stellingen) waren schijnbaar genummerd met cijfers en letters, want de kapitein schrijft “Mijn commandopost is in werkje 15 aan de Oudendijk. Bezetting van werkje L. (zware mitrailleur) in het bijzonder bestookt door vijandelijke vliegtuigen. Niemand getroffen. Het stuk zware mitrailleur onder bevel van sergeant Zuyderveldt weet vijandelijk vliegtuig onklaar te schieten. Dit daalt in de richting van Poederoijen. De bezetting overnacht in de werkjes en kazematten”.

Messerschmitt Me 109. Source Aircraft of the Fighting Powers Vol IV, eds: H. J. Cooper, O. G. Thetford and D. A. Russell, Harborough Publishing Co, Leicester, England, 1944.Wikimedia Commons, Public Domain.

3-II-23RI (3e Compagnie van het 2e Bataljon van het 23e regiment infanterie)
Reserve-kapitein Jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohman

Deze kapitein vertelt eerst nog wat over de opstelling van zijn troepen, wat wel een interessant verhaal is, om enig idee te krijgen van de gang van zaken. Daarom volgt hieronder zijn volledige verslag t/m 10 mei 1940. Hij heeft bij dit verslag een zelf ingetekend kaartje gedaan.

Klik (2x) op kaart om te vergroten. Opstellingen 3-II-23RI op 10-05-1940. Frgm krt 409_492029_0011, Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl.
Deel verslag reserve kapitein Jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohman. Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl.
De Batterij onder Brakel in de dertiger jaren van de 20e eeuw. Boven: de rivierdijk tussen Loevestein en Brakel. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire History. Objectnummer 2155_005256.

 

De bomvrije kazerne met kanonremises van de Batterij bij Brakel in 2007. Foto Hugo Ouwerkerk.

De Batterij onder Poederoijen in de dertiger jaren van de 20e eeuw. Boven: de dijk langs de Afgedamde Maas. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie. ObjectnummerDe Batterij onder Poederoijen in de dertiger jaren van de 20e eeuw. Boven: de dijk langs de Afgedamde Maas. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Objectnummer

De bomvrije kazerne met kanonremises van de Batterij bij Poederoijen in 2007. Foto Hugo Ouwerkerk.
Deel verslag reserve kapitein Jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohman. Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl.

MC (Mitrailleur Compagnie)-II-23RI
Reserve-kapitein der Grenadiers H.W.J.J. van Deventer

“Op vrijdag 10 mei 1940, ± 15:00 uur ontving ik van de Commandant 23RI (commandant vak Sleeuwijk) opdracht mij naar Werkendam te begeven en daar het bevel op mij te nemen van de ten westen en ten zuidwesten van deze plaats aanwezige onderdelen en met die en nog ter aanvulling te zenden onderdelen, de versterkingen te bezetten tussen Werkendam en fort Steurgat en voorts de gehele Noord-Brabantse Biesbosch krachtig te doen patrouilleren, hoofdzakelijk met het oog op de te verwachten vijandelijke valschermjagers en per vliegtuig aan te voeren stoottroepen”.

Na de verrassing door de gelande luchtlandingstroepen op diverse plaatsen in Nederland, nam men beveiligende maatregelen en was men hier ook beducht voor de gelande parachutisten op het eiland van Dordrecht. Daarom was dus van 3-II-23RI ook een sectie naar de Spieringsluis bij Werkendam gestuurd.

We keren weer terug naar Gorinchem.

De Adjudant C. Worp van I-13RA (1e Afdeling van het 13e Regiment Artillerie schrijft o.a. “Gewekt door massa’s vliegtuigen (04:15 uur) Te 04:35 uur bericht ‘Hoogste strijdvaardigheid gelast’. De batterijen werden zo spoedig mogelijk bezet. Om 06:16 werd gewaarschuwd, dat parachutisten in Nederlands uniform uit de vliegtuigen afsprongen”.

Hieruit mogen we afleiden, dat ook de grote spraakverwarring, die onze militairen die dagen danig parten zou spelen, dus gelijk al begon. De berichten van overvalploegen in Nederlandse uniformen bij de bruggen worden samengevoegd met de berichten van afspringende parachutisten bij de bruggen en de vliegvelden, door elkaar gemixt en uiteindelijk komen er bij de afdelingen te velde dergelijke berichten binnen.

De Adjudant schrijft verder ”Even later werd gemeld, dat Franse, Britse en Belgische vliegtuigen als bondgenoten moeten worden beschouwd. Om 08:55 kwam de proclamatie van H.M. de Koningin en werd daarna de oorlogstoestand afgekondigd. Te 08:57 werd door de kapitein Aten gemeld, dat gezien werd, dat parachutisten daalden en dat hij naar de Haarbrug ging om deze eventueel te heroveren. Dit bleek evenwel niet nodig te zijn”.

De oude handbediende Haarbrug. Foto FaceBook Oud Gorinchem.

Er deden in die dagen ook direct al en veelvuldig allerlei fantastische verhalen van zowel burgers als soldaten de ronde, waarop door de officieren werd gereageerd. De verhalen bleken vaak niet waar en kostte de militairen veel energie, vanwege het telkens voor niets patrouilles op onderzoek te sturen.

De Adjudant schrijft o.a. “In verband met gesprongen parachutisten in het westen moeten de veldbeddingen gelegd worden en hr (hoofdrichting) 48.00 uitgezet worden”.
Men heeft dus direct al opdracht gekregen om rekening te houden met een andere schietrichting.

Het Duitse plan om parachutisten achter de linies te laten springen geeft dus ook bij onderdelen, die daar niet direct mee te maken hebben consternatie, verwarring en onnodige acties.

De Adjudant schrijft verder “De gehele dag is het geronk van talloze Duitse vliegtuigen niet van de lucht geweest. In de loop van de dag werd de commandopost Emmastraat verlaten en overgebracht naar de boerderij van Eikelenboom, Mollenburgseweg 55. De 27e Afdeling Artillerie staat dichtbij en wordt op de telefooncentrale aangesloten”.

De spanningen van de oorlog deden zich die eerste dag al direct gelden, want twee officieren hadden voorheen schijnbaar al ruzie en dit kwam nu tot een climax. De Adjudant schrijft” Lafeber is van streek en wil Feith neerschieten”. Er is schijnbaar een worsteling, want de Adjudant schrijft “Feith en vaandrig Roozenburg willen de revolver ontladen, maar het schot gaat af en treft Eikelenbooms jas aan de kapstok”. Wat er verder met de betrokkenen is gebeurd schrijft de adjudant niet.

Hij schrijft nog wel “ ’s nachts kanongebulder en vuurgloed in het westen, een half uur geslapen in het bed van Eikelenboom”.

Duitse parachutisten springen uit Junkers Ju 52 3-motorige transportvliegtuigen in de omgeving van Rotterdam. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

De overvliegende vliegtuigen waren eerst bommenwerpers en jagers en vervolgens voornamelijk transporttoestellen Junkers Ju-52, die parachutisten of luchtlandingstroepen vervoerden.

Een compagnie Duitse parachutisten springt uit de vliegtuigen in de omgeving van Rotterdam. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

De Duitse parachutisten springen gewoon in Duitse uniformen. Dat uniform, inclusief de helm was wel afwijkend van de overige Duitse troepen. Het gevechtspak van de parachutisten was een soort overall en de helm was een model zonder uitstekende randen.

De het dichts bij Gorinchem gelande parachutisten, waren bij Dordrechts geland. Hun doelen waren de Moerdijkbruggen en de bruggen tussen Dordrecht en Zwijndrecht. Later kwamen zij erachter, dat er plotseling een nieuwe brug was bij Alblasserdam en hebben die ook bezet ter beveiliging van de flank van hun operatie. Kaarten van TopoTijdreis, bewerkt door Hugo Ouwerkerk.

De dichtstbijzijnde landingen van parachutisten waren bij Moerdijk en Dordrecht. Op het eiland van Dordrecht waren de 2e en 4e compagnie van het 1e bataljon van het Fallschirmjägerregiment 1 geland, waarvan een groep was afgedreven en deze was in de Biesbosch terecht gekomen.

1-I-23RI, gelegen op fort Vuren en omgeving
Reserve-1e Luitenant der Grenadiers H. Geysen

“Op vrijdagochtend 10 mei 1940 om 04:30 werd de Compagnie gealarmeerd en werd direct overgegaan tot het uitreiken van de munitie, verbandpakjes en noodrantsoenen. Om 05:30 werden de stellingen betrokken om het fort, terwijl de 2e sectie, waaraan toegevoegd één mtrailleurgroep van de 4e sectie, afmarcheerde naar de voorverdediging, gelegen op 1500 m van het fort in oostwaartse richting. Om 07:00 uur werd bij de voorverdediging geplaatst één stuk zware mitrailleur afkomstig van de M.C. (Mitrailleur Compagnie) te Gorinchem”.

“Om 08:10 ontving ik van de Vakcommandant Majoor Schrek opdracht om 1 Sectie ten zijne behoeve af te staan in verband met de vele meldingen van dalingen van parachutisten in de omgeving van Gorinchem. Gedurende de middag- en avonduren passeerde de Lichte Divisie onze stellingen richting Gorinchem. De Pioniers uit Gorinchem lieten in de loop van de namiddag het voormalige bemalingsgebouw (deed dienst als cantine) springen, terwijl nabij de Bossche kade een betonnen brug werd opgeruimd, waardoor echter ook drie woonhuisjes ineenstortten”.

Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl, 409_492022_0002.

2-I-23RI
Geen verslag van 10 mei.

3-I-23 RI opgesteld in de Waterlinie tussen fort Vuren en Heukelum
Kapitein J.J.A. Dankelman

“Te circa 04:00 uur gealarmeerd door het motorgeronk van een zeer groot aantal Duitse vliegtuigen. 04:30 van Commandant vak Arkel bevel ontvangen de troep gereed te houden, munitie uit te delen terwijl nadere orders zouden volgen. 05:45 order ontvangen ogenblikkelijk voorbereidingen te treffen tot het stellen de tankversperringen. Deze order bracht grote moeilijkheden met zich mee, daar op de Rijksweg no. 15 de putten ± 60 cm en 80 cm onder water en modder stonden”.

De inundatie ging dus over de (toen waarschijnlijk nog in aanleg zijnde) rijksweg. Met de “putten” bedoeld hij de putjes in de weg, waarin stalen T-balken schuin geplaatst moesten worden, waarna men deze onder in de put onuitneembaar moest verankeren.

“06:30 uur gevechtsopstellingen innemen. Tankwagen versperringen nog niet stellen”.
“08:00 uur de gevechtsopstellingen ingenomen”.
“09:15 uur volgens ontvangen berichten zijn parachute-springers geland op de Lingedijk en omgeving”.

Deze sector van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zou die avond ook versterking krijgen en wel van III-43RI.

MC-I-23RI te Gorinchem
Kapitein K. Leendertz

“Bij het binnenkomen van het bericht van de Duitse inval en het intreden van de oorlogstoestand werd het aangewezen stuk naar Vuren gedirigeerd. Bijna onmiddellijk na het bericht oorlogstoestand werd de order ontvangen 1 Sectie MC te dirigeren naar Meerkerk (Groepsstaf-kwartier) ter bescherming van dit tegen luchtdoelen.

Door deze order werd praktisch alle zware mitrailleur vuurkracht uit Gorinchem weggenomen. Het enige overgebleven stuk werd gebruikt tegen luchtdoelen, waartoe het opgesteld was op het dak van de Willemskazerne. Toen de order kwam dat niet meer gevuurd mocht worden op luchtdoelen, werd de stelling betrokken aan de nieuwe Rijksweg”.

1-III-23RI fort bij Asperen
Reserve-Kapitein A.G. van Deth

“Nadat ik geconstateerd had, dat het hele eskaders Duitse vliegtuigen waren, heb ik mij zo spoedig mogelijk naar het fort bij Asperen begeven en aldaar terstond alarm laten blazen. Ondertussen hadden reeds de zware mitrailleurs op het fort op last van de officier van piket, het vuur geopend op laag vliegende vliegtuigen. Om 04:45 waren de dichtstbijzijnde en om ± 05:00 uur alle tirailleuropstellingen bezet. Door de zware mitrailleurs werden de reserve opstellingen ingenomen, omdat de opstellingen zelve (gietstalen kazematten) niet gereed waren”.

2-III-23RI in de Nieuwe Hollandse Waterlinie, Acquoy, Renoy en Gellicum
Kapitein A.L. van Heugten

“Bij aankomst op het compagnie bureau (Tiendweg) om ± 05:00 uur het bevel ontvangen: Commandopost bezetten en stellingen innemen. Om 08:30 waren de stellingen in Acquoy, Renoy en Gellicum (Remketting) door respectievelijk 1e, 2e en 3e sectie ingenomen. De 4e sectie had opdracht in Leerdam achter te blijven (wachtdienst en opruimingswerkzaamheden)”.

3-III-23RI Fort aan de Nieuwe Steeg
Kapitein L.J. van ter Maesen

Fort aan de Nieuwe Steeg, schets bij het verslag van kapitein ter Maesen. Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl, 409_492022_0002.

“De compagnie bezette met 1 sectie tirailleurs de Wapenplaats bij Asperen, 1 sectie tirailleurs de oostrand van Asperen, 1 sectie mortieren de Nieuwe Zuiderlingedijk, terwijl de rest van de compagnie op het Fort bij de Nieuwe Steeg zijn stellingen had en ook daar was gelegerd, met uitzondering van de commandogroep en 1 stuk zware mitrailleur op de Zuiderlingedijk in een gietstalen kazemat nabij het fort”.

10 mei 1940: “Enorm veel Duitse vliegtuigen passeerden, vliegend Oost-West, Reeds zeer spoedig gaf onze zware mitrailleur vuur. Alle stellingen werden betrokken. De commandogroep werd naar het Fort aangetrokken. Er waren nu 2 officieren, 12 onderofficieren en 142 manschappen op het Fort, In de loop van de morgen werd het Fort van nabij beschoten met mitrailleurvuur door 4 Duitse jagers. De gehele dag passeerden zeer veel vliegtuigen.

 

Schrijver: Hugo Ouwerkerk
Redactie: Guus Haandrikman en Joop Kuijntjes..

Bronnen:
Boek Mei 1940, de strijd op Nederlands grondgebied, sectie geschiedenis van het ministerie van Defensie, door diverse schrijvers, onder redactie van Dr. H. Amersfoort en Drs. P.H. Kamphuis, 1990, ISBN 90 12 06450 3.
Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), 409 Gevechtsverslagen en rapporten mei 1940, via https://www.archieven.nl/
http://www.zuidfront-holland1940.nl/
Wikipedia.

Naar het volgende deel: WO2-8 Zaterdag 11 mei 1940; Vliegboten landen op de Merwede, Gorinchem in Duitse handen?

Naar het vorige deel: WO2-6 Mobilisatie; “Van de grens komen zeer verontrustende berichten“