WO2-11 Dinsdag 14 mei 1940; de spanning stijgt ten top, Gorinchem wordt geëvacueerd!

Welkom bij deel 11. We volgen weer de gebeurtenissen in Gorinchem aan militaire zijde.
Dit is de dag waarop we voor een periode van vijf jaar onze vrijheid zouden verliezen.

Luchtverdedigingsgroep Gorinchem, nu te Nieuwland

Luitenant Ir. T.K. de Haas

“In deze nacht van 13 op 14 mei werd de Groepsstaf van Gorinchem naar Nieuwland verplaatst. Het bevel hiertoe was afkomstig van de Commandant Groep Merwede, die tot de aankomst van Commandant III LK de honneurs waarnam. De grote weg van Gorinchem – Vianen was haast overladen met artillerie en motorcolonnes tot III LK behorende. Waren er die morgen geen mistbanken geweest, dan zouden bombardeurs daar een ideaal doel gevonden hebben.

“Omstreeks 05:30 uur is te Gorinchem het sein gegeven dat de burgerbevolking moest evacueren. Enkele uren later werden de vluchtelingen door de militaire politie opgevangen en mocht de bevolking weer terugkeren naar de haardsteden. Omstreeks 06:00 uur kregen wij bezoek van een verbindingsofficier van III LK, die enige boerderijen van ons vandaan bleek te liggen met zijn verbindingsafdeling. Om 08:00 uur meldde de Groepscommandant zich te Weverswijk bij Staf III LK.

Ca. 12:00 uur kwam er telefonisch bevel van III LK om een peloton (luchtdoelmitrailleurs)van Leerdam nog tijdens daglicht op Schelluinen te dirigeren”. Omdat de stemmen van de mensen van het 3e LK nog niet bekend waren, ging luitenant dit bericht eerst verifiëren, per fiets naar de staf van het 3e LK. Dat was wel nodig naar al het “fake news” wat ook per telefoon verspreid werd. Verder wilde hij gelijk vragen, of de verplaatsing ’s nachts gedaan mocht worden, echter bij de staf 3e LK aangekomen werd het bevel weer ingetrokken.

Fragment van de topografische kaart1940 van TopoTijdreis.

Hij schrijft verder “De uitgebreide staf van III LK was keurig gecamoufleerd in het kleine Weverswijk, terwijl alles toch slechts werk was van één nacht, in welke nacht ook nog de verplaatsing had moeten geschieden”. Te circa 14:00 uur werd de 116 Batterij LUA plus haar pelotons (luchtdoelmitrailleurs) onder commando van de Groep Gorinchem geplaatst”.
“Om omstreeks 16:00 uur kwam per telefoon het bericht van de capitulatie. Per motor ging een officier dit bericht controleren. Ca. 17:00 uur was hij terug met de bevestiging en nadere gegevens.
Omstreeks 18:30 waren alle batterijen ingelicht. Toen één der batterijcommandanten van de telefoon met het capitulatiebevel naar zijn batterij ging, kwam hem een ordonnans tegemoet met de mededeling, dat zijn batterij zojuist een vliegtuig had afgeschoten”.
“Het gerucht over een ramp te Rotterdam kwam aanwaaien, de gloed aan de horizon gaf na zonsondergang de bevestiging van dit gerucht. Toen werd door de meesten ook begrepen, waarom gecapituleerd was”.

Groep Merwede, staf te Meerkerk

Kolonel J. de Jong

De kolonel schrijft onder andere:
“Het moreel der troepen in het Vak Sleeuwijk was door de luchtactie, de verhalen der teruggewekenen uit Brabant en de melding van vijandelijke pantserwagens bij Keizersveer dermate geschokt, dat de Commandant de Reserve-Luitenant-Generaal van Dam niet meer voor zijn troepen instond, mede door ontvangen tegenstrijdige bevelen”.

Dit is wel wat teleurstellend, wat was er aan de hand?
Waarschijnlijk was de reserve-luitenant-generaal van Dam zelf de kluts kwijt. Want later zijn hierover natuurlijk vragen gesteld en hebben de betrokken officieren van de bataljons van 23RI verklaard, dat het moreel van hun mensen tot de capitulatie prima was, zoals we in de verslagen hieronder kunnen zien. Na de oorlog heeft generaal-majoor Dames dan ook bezwaar gemaakt tegen een promotieverzoek van reserve-luitenant-generaal van Dam.

Nu was het wel zo dat er natuurlijk terugtrekkende troepen met allerlei minder mooie verhalen door de linies waren gekomen, die vast wel wat invloed gehad zullen hebben.

Generaal Dames had het plan om de hele groep Merwede te gebruiken om front west te maken tegen de dreiging van de Duitsers op het eiland van Dordrecht, die mogelijk de Alblasserwaard in konden komen. Vast vooruitlopend op toestemming van hogerhand, had hij berichten uit laten gaan voor het doen van verkenningen en verplaatsingen. Voor de troepen in het Land van Altena, hield dat eigenlijk in, een terugtrekken achter de Merwede.

Toen generaal Dames van de Commandant Veldleger hiervoor geen toestemming kreeg, kwamen vrij kort daarna de bevelen om de stellingen weer te bezetten. Men stond toen gereed om af te marcheren. De soldaten en onderofficieren lieten hierover natuurlijk hun ongenoegen blijken. Na het bericht van reserve luitenant-generaal van Dam aan de staf van de Groep Merwede kwam als klap op de vuurpijl in de avond alsnog bevel om terug te trekken tot achter de Merwede.

Kolonel de Jong schrijft verder:

“Deze verlamde troepen zijn toen in de nacht van 13 op 14 mei op de noordelijke Merwede-oever teruggenomen, na bekomen telefonische machtiging hiertoe van de Commandant Veldleger. Zij moesten in stelling komen tussen Hardinxveld en Gorkum front zuid, doch werden op 14 mei ± 08:00 uur gesignaleerd marcherende richting Meerkerk. De commandant is toen gelast alsnog onmiddellijk stelling te nemen tussen Hardinxveld en Gorinchem”.

“De teruggenomen 27e Afdeling Artillerie (was verplaatst van Schelluinen naar vak Sleeuwijk) en één stuk van de 24e Afdeling Artillerie (de rest was in Vak Sleeuwijk achtergelaten) kwamen weder onder rechtstreeks bevel van de Commandant Vak Sleeuwijk, front zuid. De Afdelingscommandant van de 27e Afdeling Artillerie heeft echter de commandant van 23RI (tevens commandant vak Sleeuwijk) niet kunnen vinden en toen zelfstandig bij Schelluinen stelling genomen front zuid”.

De kolonel der Genie Spanjaerdt Speckman wordt benaderd om de mogelijkheden te bekijken van onderwaterzetting van het terrein zuid van de lijn Werkendam – Woudrichem. In de nacht nog berichtte deze, dat een gat in de zuidelijke Merwededijk niet tot het gewenst resultaat zou leiden en bovendien te veel springstof zou kosten. Dat echter door vernieling van de inundatiemiddelen de gestelde inundatie een speling zou krijgen van eb en vloed. Het vernielen der inundatiemiddelen mocht generaal Dames bevelen zonder de Opperbevelhebber Land- en Zeestrijdkrachten machtiging te vragen. Hierop werd vernieling der inlaatmiddelen gelast. De burgemeester van Almkerk werd gelast, om de bevolking, die van het water te lijden had, naar het oosten te evacueren.

Kolonel de Jong vervolgt:

“Aangezien blijkt dat alle vuurmonden van 13RA weder front oost maken in hun oorspronkelijke stelling (hadden eerder bevel gehad van front oost te veranderen naar front west) wordt Commandant 13RA nogmaals gelast hiervoor onverwijld bevelen te geven. Om 04:35 krijgt Generaal Dames bevel om de brug bij Sliedrecht te laten springen. De bataljons in het vak Waal-Leerdam komen onder bevel van de Ve Divisie; de VIe divisie neemt stelling aan de Lek tot aan Vreeswijk”.

Dit is vreemd, dit zijn de twee divisies, waaruit het 3e LK bestaat en dat zou toch de Waal Lingestelling bezetten? Wat was er gebeurd?

In de middag van 13 mei was de Grebbelinie bij de Grebbeberg doorbroken, waardoor heel de Grebbelinie dus moest worden opgegeven, maar ook het verlengstuk tot aan de Waal; de Betuwestelling. In de nacht van 13 op 14 mei zijn dan ook alle troepen uit deze linies teruggetrokken op de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hierdoor was de Waal-Lingestelling ook “in de lucht komen te hangen” . Dus het in dit gebied aangekomen 3e LK moest door manoeuvreren naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie en daar onder andere de onafgemaakte stellingen langs de Diefdijk bezetten, inclusief het werk aan het Spoel en fort Everdingen.

Klik (2x) op de kaart om te vergroten. Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl, 492_09_0001_0068.

Boven een kaart van situatie laat in de avond van de 13e mei. Met links en onder de posities van de Duitse troepen in Brabant en bij Dordrecht. Rechtsboven de doorbraak bij de Grebbeberg, de Betuwestelling wordt nu noodgedwongen opgegeven, de in grijs aangegeven troepencolonnes bewegen in de nacht van 13 op 14 mei vanuit de Betuwestelling richting west naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie; de laatste strohalm. Het in de het gebied van de te vormen Waal-Lingestelling gearriveerde 3e Legerkorps (III LK) is ook in beweging richting de Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen fort Vuren aan de Waal en fort Everdingen aan de Lek. De troepen van de Lichte Divisie zijn teruggetrokken naar de Alblasserwaard. Wegens ruimtegebrek sturen ze hun divisie-colonnes met algemene zaken richting oost en komen later die van het 3e Legerkorps tegen en er ontstaat een verkeerschaos in de buurt van Meerkerk.

Het verslag van kolonel de Jong meldt verder:

“Om 09:45 wordt gelast de evacuatie van de burgerbevolking van Gorinchem onverwijld stop te zetten. Hiertoe was om 08:00 uur bereids last gegeven door de Chef Staf Groep Merwede. Om 09:55 komt bericht van II-13RA, dat deze Afdeling veel hinder ondervindt van luchtaanvallen met mitrailleurvuur. Om 12:30 komt bericht, dat de spoorbrug Sliedrecht om 12:00 uur is opgeblazen. Patrouilles op de zuid-oever van de Merwede melden deze vrij van Duitsers. Om ongeveer 17:00 uur komt het telefoonbericht van de Commandant Veldleger gegeven door Overste Nierstrasz aan Generaal Dames persoonlijk, dat het door de Duitsers gestelde ultimatum is aanvaard en parlementairs moeten worden gezonden”.
Hiermee eindigt het verslag van de statige Kolonel J. de Jong en gaan de vijf jaren bezetting in.

We kijken nog even in de verslagen van die vermeende “verlamde” troepen uit het Land van Altena, waarbij we dus even terugblikken op de middag en avond van 13 mei toen het moreel beneden peil zou moeten zijn.

1-II-23RI Werkendam tot fort aan de Uppelschedijk (fort Altena)

1e luitenant N. van Ginkel

“In de middag 2 gevangen genomen vliegers vanuit de Klootwijkhoeve ontvangen en doorgezonden. Des ’s middags bericht ontvangen om gereed te maken voor vertrek, hetwelk verricht en doorgegeven aan de ondercommandanten. Na enige tegenstrijdige berichten opdracht ontvangen onder bescherming van de duisternis op te rukken naar de pont teneinde over te varen. Opgesteld zijnde op de weg naar de pont, opdracht ontvangen de stellingen wederom te doen bezetten, waaraan gevolg gegeven. In de vroege morgen ± 02:00 uur bericht ontvangen de pont over te trekken”.

FaceBook Oud Gorinchem.

“Donderdag 14 mei: ± 08:30 met manschappen en voertuigen in Gorinchem aangekomen. Aldaar opdracht ontvangen te bezetten de noordoever van de Merwede met front zuid, oost begrensd door de lijn over de aanlegsteiger ponton en west begrensd door de tweede inham voorbij de Vluchthaven. Na al de Secties en de zware mitrailleurs opgesteld te hebben, is het mij opgegeven vak gewijzigd, waardoor de opstelling van mijn troepen West van de Vluchthaven kwam. Met spoed zijn de manschappen aan de rand van de rivier overgegaan tot ingraven, terwijl kwartier gemaakt werd in Gorinchem west”.

2-II-23RI Woudrichem tot het fort aan de Uppelschedijk (fort Altena)

Reserve-kapitein C. Collard

“Verplaatsing naar de nieuwe opstelling: 14 mei in de vroege ochtend naar Gorinchem. 13 mei 19:00 uur werd bevel ontvangen de compagnie gereed te houden voor vertrek. De nodige voorbereidingen werden getroffen en de voertuigen werden bepakt. Te 20:30 werd dit bevel echter herroepen met de mededeling dat stand gehouden moest worden tot het uiterste. De gevechtsopstellingen werden weer bezet”.

“14 mei 02:00 werd bevel ontvangen de compagnie te verzamelen en terug te trekken op Gorinchem. Ik besloot in overleg met de Bataljonscommandant bij Woudrichem de Merwede over te steken, waartoe 2 boten van de burger veerdienst werden gereed gehouden. De trein (colonne met algemene spullen) ging over met pontveer Sleeuwijk”.

“De geest en het moreel van de troep waren op 10, 11, 12 en 13 mei uitstekend. De orders en tegenorders omtrent het terugtrekken in de avond van 13 mei hadden echter een ongunstige invloed. Toen echter op 14 mei in een moerassig en slecht verdedigbaar terrein moest worden stelling genomen, zakte het moreel aanmerkelijk terwijl het de genadeslag kreeg toen helaas bekend werd dat de Koningin naar Engeland was vertrokken. De stemming werd gedrukt”.

Klik (2x) op de kaart om te vergroten. Stellingen en terugtocht II-23RI. Fragment kaart Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl, 409_492028_0002.

Op deze kaart zijn door Reserve-kapitein C. Collard in rood de stellingen aangegeven in het zuidelijk deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, tussen het fort aan de Uppelsedijk (fort Altena) en Brakel.
Het andere deel tussen Werkendam en het fort aan de Uppelsedijk werd sinds 11 mei bezet door III-13RI. In groen aangegeven de terugtochtroute en zijn nieuwe stellingen op 14 mei in het “moerassige” gebied langs de Merwede.

3-II-23RI Batterij bij Poederoijen tot en met Batterij bij Brakel.

Reserve-kapitein Jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohman

Dit verslag is zo keurig en interessant, dat de betreffende delen hier als kopie zijn weergegeven:

De batterij bij Poederoijen. Foto uit het naslagwerk van Dirk de Groot, http://encyclopedie-van-de-waterlinie.123website.nl/337982624.

Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl, 409_492029_0006 en 409_492029_0007.

MC-II-23RI Werkendam

Reserve-kapitein der Grenadiers H.W.J.J. van Deventer

Ook hier een fragmentkopie van het originele verslag, waaruit blijkt dat ook het terugtrekken en overzetten van de troepen van het detachement Keizerveer ordelijk en gedisciplineerd verliep evenals daarna het overzetten en in de nieuwe stellingen komen van de Mitrailleur Compagnie (MC).

Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl, 409_492030_0007 en 409_492030_0008.

Resumé:

De eerste morele deuk, die de troepen opliepen werd veroorzaakt door het opgeven van hun stellingen in het zuidelijk deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit werd veroorzaakt door een geheel verkeerde inschatting (of verzinsel) van luitenant-generaal van Dam.

Dit was een zeer ernstige zaak, want dit leidde tot het opgeven van het gehele zuidelijk deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, ofwel een groot deel van het best goed ter verdediging ingerichte Zuidfront Vesting Holland, terwijl men nu een provisorische verdediging ging opzetten langs de Merwede. Tevens gingen een aantal stukken geschut verloren van 24AA, omdat deze afdeling zelf niet voorzien was van paarden of trekkers.

Maar over het algemeen kan dus gezegd worden, dat het moreel van de troepen rond Gorinchem prima was tot het bericht van het vertrek van de Koningin, waarna overigens de discipline gewoon intact bleef.

Wel kan geconcludeerd worden, dat alle schijnberichten en de berichten over het verloop van de strijd bij Dordrecht en elders in den lande, bij de staf van de Groep Merwede vanaf dag één een zenuwachtige sfeer teweeg bracht. Naar aanleiding daarvan werden allerlei onnodige maatregelen getroffen, waardoor bijvoorbeeld alle vuurmonden aan bevolen schootsrichtingen een pirouetje hebben gemaakt en/ of van stelling gewisseld.

Dit bracht heel veel werk met zich mee aan camouflagewerkzaamheden en verdere inrichting der batterijen. Ook de infanterie, die eerst al de ingerichte verdediging moest wijzigen, vanwege de ter versterking ingevoegde bataljons kreeg daarna, dus vooral op 13 mei snel achtereenvolgende tegenstrijdige bevelen, wat ook weer veel onnodig werk opleverde.

De onjuiste berichten en nepberichten hadden tot gevolg dat er veel tijd en moeite besteed werd aan het uitsturen van patrouilles en zelfs het wijzigen van opstellingen.

Niet alleen de Groep Merwede werd hierdoor geteisterd, het was een landelijk fenomeen. Er waren zo veel en doelgerichte nepberichten dat dit alle schijn van een voorbereide sabotage- actie had. In de Betuwestelling heeft men aan de stemmen van berichtengevers op het telefoonnet kunnen constateren dat dit andere personen waren dan de officieren waar zij zich voor uitgaven en die de ontvanger van de betreffende berichten bekend waren.
Men heeft nooit iemand op heterdaad kunnen betrappen en later is er ook nooit meer over bekend geworden, dus het is een onopgelost fenomeen gebleven.

Terwijl op 13 mei er hard gewerkt werd aan een front in westelijke richting en alle ogen gericht waren op de bedreigende Duitse “successen” op het Eiland van Dordrecht, kwamen de Duitsers vandaar niet richting Alblasserwaard. Echter vanuit de Betuwe kwam de Duitse gevechtsgroep Brũckner wel op 14 mei om ca. 14:00 voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie ten noorden van Gorinchem.

De situatie op dinsdag 14 mei om 12:00 uur. Nederlands Instituut voor Militaire Historie, via Archieven.nl, 492_09_0001_0070.

Linksonder de posities van de Duitsers op het Eiland van Dordrecht. Rechtsboven komen Duitse legereenheden ter weerszijden van de Lek op de Nieuwe Hollandse Waterlinie af.

De evacuatie van Gorinchem

Door omstandigheden is het op dit moment niet in het archief na te gaan wat zich in de gemeente Gorinchem bij burgemeester Van Rappard heeft afgespeeld.
Bekend is wel de algemene opinie, dat burgemeester van Rappard zonder overleg met de militaire autoriteiten, eigenwijs, zelf besloten had tot de evacuatie van Gorinchem, die niet nodig geweest zou zijn.

Waarschijnlijk is de beslissing voor de evacuatie genomen in de avond van de 13e mei. Gezien de warrige toestand en zenuwachtigheid bij de militairen is het best aannemelijk, dat de burgemeester zelf zijn verantwoording heeft genomen en de knoop heeft doorgehakt.
En gezien de omstandigheden die uit de verslagen en deze reeks artikelen over vooral het militaire gebeuren in de bange meidagen van 1940 in- en rond Gorinchem naar voren komen, is die beslissing helemaal niet zo vreemd.

In die dagen was Gorinchem een enclave geworden, waarin een gigantisch grote macht aan legereenheden was samengetrokken. Op het tijdstip van het besluit tot evacuatie was er hier niets van een aanstaande capitulatie bekend. De enige juiste conclusie was dat de kans groot was, dat Gorinchem een nieuw brandpunt in de strijd zou worden en de kans levensgroot was dat de stad evenals Rotterdam platgebombardeerd zou worden.

De burgemeester was verantwoordelijk voor de veiligheid van de bevolking.
Op dat moment was de beslissing van burgemeester van Rappard een juiste beslissing.

 

Dit was het laatste deel van deze serie, wat niet wil zeggen, dat het laatste hierover is gezegd.

 

Schrijver: Hugo Ouwerkerk
Redactie: Guus Haandrikman en Joop Kuijntjes.

Bronnen:
Boek Mei 1940, de strijd op Nederlands grondgebied, sectie geschiedenis van het ministerie van Defensie, door diverse schrijvers, onder redactie van Dr. H. Amersfoort en Drs. P.H. Kamphuis, 1990, ISBN 90 12 06450 3.
Boek Beknopt overzicht van de krijgsverrichtingen der koninklijke landmacht 10 – 19 mei 1940. In opdracht van de Minister van Oorlog samengesteld door de sectie Krijgsgeschiedenis” van den Generalen Staf, 1947.
Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), 409 Gevechtsverslagen en rapporten mei 1940, via https://www.archieven.nl/
http://www.zuidfront-holland1940.nl/
Wikipedia.

Naar vorig deel: WO2-10 Maandag 13 mei 1940; Dreiging uit het westen en zuiden.