STAATSE SCHANSEN EN REDOUTES BIJ GORINCHEM

Inleiding

Direct na de verovering van Den Briel door de Watergeuzen in april 1572, begon de geuzenvloot een opmars landinwaarts over de grote rivieren. Steden en dorpen langs de rivier werden er toe overgehaald om aan de zijde van de Prins van Oranje te komen en de Spanjaarden buiten te houden.
Onder andere Dordrecht, Gorinchem, Woudrichem en Bommel (Zaltbommel) gingen over naar de Prins van Oranje en werden dus “opstandige steden”.

1. De Watergeuzen voor kasteel de Blauwe toren te Gorinchem.

 

Oorlog

Echter dit “veroverde” gebied langs de grote rivieren Merwede en Waal bleef nog lang omstreden gebied en zeker ook Gorinchem en omstreken. De Alblasserwaard en waarschijnlijk ook de Vijfheerenlanden werden onder water gezet, maar de Spanjaarden handhaafden zich nog op de dijk tussen Hardinxveld en Papendrecht. Al vrij snel gingen de Spanjaarden ook in het offensief, vanuit het zuiden, richting Bommel en Woudrichem. Ook vanuit hun schansen bij Krimpen aan de Lek trachtten zij de controle over de uitwateringssluis bij het Elshout te behouden met de schans aldaar.
Want via die uitwatering kon de onderwaterzetting (inundatie) van de Alblasserwaard grotendeels teniet gedaan worden.

Gorinchem, Woudrichem en slot Loevestein werden intussen voorzien van moderne vestingwerken. Gorinchem werd onder handen genomen door de vestingbouwkundige Jacob Kemp uit Gorinchem, uiteindelijk volgens een ontwerp van Adriaan Anthonisz., “sterckten-bouwmeester der Verenighde Nederlanden”. Jacob Kemp werd in 1590 officieel door de Raad van State benoemd tot “fortificatiemeester”. Wat verderop in dit artikel staat meer informatie over deze vestingbouwer uit Gorinchem.

2. De nieuwe vesting Gorinchem, gemaakt onder leiding van Jacob Kemp, uiteindelijk volgens een plan van Adriaan Anthonisz.

 

Snelweg

De Spanjaarden bouwden een schans bij Hardinxveld en ook nog een schans aan de overkant van de rivier. Hiermee trachtten zij de rivier onder controle te houden. De rivieren waren de snelwegen van die tijd. Vervoer over water was in die tijd nog veel belangrijker dan nu. De wegen waren onverharde paden, die in het voorjaar, najaar en de winter niet of nauwelijks bruikbaar waren. En per schip konden veel grotere vrachten worden vervoerd dan met paard en wagen. De bevoorrading van legers, vestingsteden en forten ging dan ook over de rivier. Dus het was van groot belang om de rivier onder controle te hebben.

 

Staatse redoutes, forten en schansen; de Maurits Linie

De positie van de Spanjaarden op de dijk tussen Hardinxveld en Papendrecht was onhoudbaar, want de rivier werd beheerst door de Geuzen en vanuit Dordrecht voeren er oorlogsschepen op de rivier. De  Spanjaarden werden al snel van de dijk verdreven en hun schans bij Hardinxveld kwam op 25 november 1574 weer in handen van de Prins van Oranje. 1  Op 2 december besluiten de Staten van Holland om de schans te Hardinxveld te doen slechten, omdat de soldaten aldaar niet langer wilden blijven en om met de materialen daarvan de gaten in den Wolpherensche dijk te stoppen. De stad Gorinchem moest maar met behulp van oorlogsschepen op de Merwede de invasie van de vijand trachten te beletten. 2

Op 17 augustus 1587 komen de Gecommitteerde Raden met de Graaf van Hohenlohe in Gorinchem om te overleggen omtrent het maken van schansen om de rivier af te sluiten en de vijand te keren. 3
Waarschijnlijk is hier het plan ontstaan om in plaats van schansen, wachttorens langs de rivier te maken, want van meer schansen langs de rivier in dit gebied is niets bekend en op diverse kaarten staan wachttorens aangegeven. De Muggenschans lag wel aan de rivier, maar is van een latere datum.

3. Redoutes bij Werkendam en Hardinxveld. Detail van een kaart uit 1625.

 

Die wachttorens werden Redoutes genoemd.  Een Redoute is een naar alle zijden verdedigbaar verdedigingswerk en wordt vaak geassocieerd met een verdedigingswerk van aarde, echter het kan dus ook een houten of stenen bouwwerk zijn, zoals een vrijstaande verdedigingstoren. Deze redoutes dienden om de rivier te bewaken en waren meestal voorzien van een hijsinrichting voor dagseinen of een vuurbaak, zodat men met elkaar kon communiceren en alarm kon slaan wanneer de vijand in zicht was.

4. Redoutes langs de rivier de Merwede tussen Werkendam en Dordrecht. Detail van een kaart uit 1642t.
5. Redoutes langs de rivier de Merwede tussen Woudrichem en Werkendam. Detail van een kaart van 1637.

 

De Redoutes vormden uiteindelijk een linie langs de Merwede en de Waal tot aan de Schenkenschans. De logistieke route voor de bevoorrading van de legers was hier tevens een grens, die bewaakt werd door deze linie van Redoutes, die eind 16e eeuw min of meer gereed kwam. Deze linie staat tegenwoordig bekend als de Mauritslinie.

6. De Redoute bij Hardinxveld. De hijsinrichting voor de seinen is duidelijk weergegeven. De locatie van deze Redoute staat op een kaart van 1706 aangegeven met de naam “Den Bout” en is ook nu nog onder die naam bekend. Detail van een kaart uit 1642.

 

Bij de toegangen vanuit het zuiden naar de Merwede, ook naar het veer van Sleeuwijk naar Gorinchem, werden schansen gebouwd. Die werden ook wel fort genoemd. In die tijd waren de benaming nog niet erg eenduidig. Wat voor de één een schans was, werd door de ander fort genoemd. Maar in dit geval werd het verdedigingswerk bij de polder de Werken bij Werkendam, het Fort van de Werken genoemd. En het latere verdedigingswerk nabij het Sleeuwijkse veer werd de Muggenschans genoemd, terwijl dit juist een mooi gelijkmatig verdedigingswerk was, de naam fort waardig.

Hieronder volgt een artikel geschreven door Valentine Wikaart, die archiefonderzoek heeft gedaan naar de vestingbouwers en het Fort de Werken. Dit begint met een beschrijving van Jacob Kemp, want het fort aan de Werken (en waarschijnlijk ook de Muggenschans) werd ontworpen en gemaakt door Jacob Kemp uit Gorinchem.

 

Jacob Kemp

Jacob Kemp was ammunitiemeester en schout van Gorinchem. Landelijke bekendheid geniet hij als ontwerper en bouwer van vestingwerken. Aanvankelijk werkte hij voornamelijk in het rivierengebied, later in het hele land. Meestal zelfstandig, soms als assistent van Adriaan Antonisz. De nieuwe vestingwerken van Gorinchem zijn van de hand van Adriaan Antonisz en zijn uitgevoerd door Jacob Kemp. In opdracht van de Staten of van  Prins Maurits trok hij door het hele land om fortificaties te inspecteren, herstelwerkzaamheden uit te voeren, bolwerken aan te leggen of met het Staatse leger mee te trekken voor het geven van advies. Hij trok, als ingenieur en fortificatiemeester van de Generaliteit, met het leger mee naar Geertruidenberg, Steenwijk en Coevorden. In juli 1595 werd hij in Groenlo dodelijk getroffen door vijandig vuur. Het is opvallend hoeveel werkmeesters (fortificatiebouwers) er in onze omgeving geboren en woonachtig zijn geweest. Dat zij tot de top binnen hun beroepsgroep behoorden blijkt wel uit het feit dat een groot aantal van hen rond de jaren 1630-1640 in dienst traden van buitenlandse vorsten van b.v. Zweden, Frankrijk en Denemarken. Zij waren betrokken bij werken door het hele huidige Nederland, België, Duitsland en Polen.

 

Fort te Werkendam

Op 19 augustus 1585 nemen de Staten van Holland het besluit om bij Werkendam op de nieuw gebouwde schans een fortificatie aan te leggen “tegens alle aenkomste en gheweldt van den Vyand,  waer door mede de pas sal benomen werden op de Stroomen”. Jacob Kemp, schout van Gorinchem krijgt de opdracht om een bestek te maken en men drukt de inwoners van de dorpen die door de bouw van deze schans “bevrijdt” zullen worden op het hart “in aller haest te arbeyden tot opmaeckinge van de voorz. Schanse voor alsulcken tijdt en sukcken getale, als by repartitie ende verdeelinge van den voornoemden Oversten sal werden goedtgevonden”. Ook Juliaen Kleerhagen, overste en superintendent van Gorinchem, en Jacob Wentz, bailliuw van Strijen worden bij de plannen betrokken. Er worden twee grotere werken uitgevoerd. Een schans die uiteindelijk uit zou groeien tot het Fort (aan) De Wercken met een predikant binnen zijn muren waar tot 1631 de bevolking uit de directe omgeving kinderen liet dopen en huwelijken sloot en een redoute in het dorp Werkendam langs de rivier de Merwede op de plaats waar de Merwede en de Biesbosch samen komen. Het is bij een aantal ordonnanties niet helemaal duidelijk over welk werk het gaat maar desondanks is een redelijk indruk te geven.

7. Er is vooralsnog geen kaart te vinden waarop een Redoute in Werkendam is aangegeven. De rode pijl geeft de locatie, waar heden nog een gewoon huis als de “Redoute” bekend staat. Wel zijn er twee Redoutes in de buurt van Werkendam te vinden; deze, links op de afbeelding, ten westen van Werkendam. Detail van een kaart van 1642.
8. En deze Redoute op de “Cloppe Waerdt”, ten oosten van Werkendam. Detail van een kaart van 1643.

 

Men ging meteen aan de slag en op 29 augustus 1585 gaven de Staten opdracht aan de burgemeester van Dordrecht om, tegen betaling, honderd  “kordewagens” (kruiwagens) en vijftig delen te leveren aan de superintendent Kleerhagen gevolg door een bevel aan Cornelis Maertens, de toezichthouder op de fortificatie van Woudrichem om alle kruiwagens die hij kan missen ook ter beschikking te stellen.

Een jaar later, op 26 augustus 1586 blijkt al een bedrag van 1000 pond aan de schans uitgegeven te zijn, voor welke uitgave Jacob Wensen, uit Dordrecht, verantwoordelijk is. Hij moet hier verantwoording over afleggen en krijgt nog eens een bedrag van 1000 ponden toegezegd voor het verder realiseren van de schans. Dat de schans al wel in gebruik is blijkt uit een resolutie van 9 oktober 1586. Bij een monstering (het controleren van de toestand waarin de troepen verkeren) van de troepen in Heusden zijn er ongeregeldheden uitgebroken. Vandaar dat men besluit de monstering voor de garnizoenen in Zaltbommel, Woudrichem en Werkendam achterwege te laten. 10 oktober 1586 wordt Jacob Frans Wittensz genoemd als gecommitteerde tot de vordering van de fortificaties tot Woudrichem en Werkendam.

7. Links “het fort van Wercken”, met rechtsboven de kerk van “Werckendam”. Detail van een kaart uit ca. 1621.

 

Over het fort in De Werken gaat het in een resolutie van 11 april 1587. De “schamele en gedurven” inwoners van het Land van Altena verzoeken dringend om het gat in de dijk tussen De Werken en Almkerk, op last van de Staten geopend voor het realiseren van de Schans tot Werkendam, te mogen dichten doormiddel van een kade of een beer. De kosten bedragen hiervoor ca. 700 gulden. Men vond dat dit verzoek gehonoreerd moest worden. Enerzijds omdat de Schans zo geen groot geweld tegen kan houden anderzijds omdat het hele land van Altena zouden kunnen worden geabandonneerd. Op de bovengenoemde dijk zal een kade worden aangebracht van 24 voeten, acht voet breed bovenop en acht voet hoog en daarvoor stelt men vier- à vijfhonderd gulden ter beschikking.

De oorlogshandelingen komen snel dichtbij. Op 17 augustus 1587 wordt geschreven over de geruchten dat de vijand zich zou begeven naar Werkendam.  Er moeten extra versterkingen komen en Jacob Kemp wordt eropuit gestuurd om de juiste plaatsen daarvoor te inventariseren. Maar ook worden extra beschermende maatregelen aanbevolen voor de bestaande schans, zoals het voorzien van een palissade en wat hutten. Dit werk wordt uitgevoerd en op 12.5.1588 wordt een bedrag hiervoor in rekening gebracht van fl 300,00.

8. Hier is voor het eerst een gebouwtje in ’t fort van de Wercken aangegeven. Detail van een kaart van 1625.

 

In de verordening van 17 april 1589 wordt geschreven over het “Fort op Werckendam” als het bevel gegeven wordt om de dijk te doorgraven in verband met de aankomst en het geweld van de vijand. Tevens wordt  opdracht gegeven een borstwering te maken. Hieraan moet dag en nacht door gewerkt worden. Er is weerstand tegen het doorsteken van de dijken en men wil daar pas toe overgaan als men er zeker van is dat de gaten weer op kosten van het Land zullen worden gedicht.

19.4.1589 wordt besloten een borstwering te maken rond het fort op de dijk

26.5.1589 Cornelis Maertensz van Beaumond is opzichter op het werk van de Schans. Men heeft rijs nodig maar dat is duur en bijna niet te bekomen. Daarom krijgt men toestemming om in alle eigendommen van de Grafelijkheid rijs te hakken mits het gebeurt op plaatsen waar het de domeingoederen zo min mogelijk schade toebrengt.

9. Gehakt rijshout.

 

Op 31 mei 1589 wordt gewag gemaakt van de verdedigingswerken op de Quellingen (langs de rivier) bij Werkendam en op  augustus wordt voor de eerste keer in de ordonnanties geschreven over  “de Schants aen de Wercken”. Hij is nagenoeg volmaakt alleen moet er beter toezicht op gehouden worden. Het staat nog al in contrast met de ordonnantie van 27 september uit het zelfde jaar als Johan Pauli zich beklaagt dat de soldaten, bij gebrek aan hutten, “onder den blaeuwen hemel hadden moeten leggen”. Het zal dan over de redoute van Werkendam gaan. Besloten werd dat de soldaten maar zelf hun hutten moeten maken zoals dat vroeger ook ging. Toen een maand later de soldaten het fort verlieten hadden ze al de zelfgemaakte hutten afgebroken of verbrand.  Na beraad en aanhoudende problemen met de huisvesting besluiten de staten om op kosten van het Land zoveel stenen hutten te laten bouwen als nodig is. Om te waarborgen dat ook deze niet zullen worden gesloopt of verbrand moet de commandant persoonlijk garant staan voor de kosten van herstel.

10. “T Fort van de Wercke”, op deze kaart aangegeven met twee stenen gebouwen binnen de wallen. Het fort bestaat uit een aaneenschakeling van halve Bastions en rechte hoeken, zoals ook toegepast op het eerste vestingplan van Jacob Kemp voor Gorinchem, dus herkenbaar als zijn werk. Detail van een kaart uit 1637.

 

Dwars door dit alles heen loopt de opdracht van “den Haag” van 25 april 1589 om het Land van Altena onder water te zetten. Een week later werd op 2 mei de dijk bij Sleeuwijk inderdaad doorgestoken. Iedereen moest evacueren. Pas in 1594 viel het dorpsgebied weer droog en konden de eerste drie gezinnen terugkeren. Vanwege het “veel voudich stroopen van des vijands volck” lieten de Staten van Holland  aan de binnenzijde van de rivierdijk een verdedigingsschans opwerpen. Een dubbele damwand van in de grond geslagen palen opgevuld met aarde, de Muggenschans.

11. De locatie van de Muggenschans. Deel van de “Kaart van het land van Altena met alle de daarin gelegene polders”. Vervaardigd in 1637 door Balthazar Floris van Berkenrode “Lantmeter van de Heeren Staaten Generaal”.

 

Tot zover het artikel van Valentine Wikaart.

 

De Muggenschans

Ook het notulenboek van Sleeuwijk vermeldt in het jaar 1594 “het veel voudich loopen en stroopen van des vijandts volk dat daer van den Bosch en andere quarieren quam en de reviere voor Gorcom seer onvrij maockte”. 4

Daarom, zo vermeldt het notulenboek is er door de “Hoogmogende Heeren Staten van Holland en West-Friesland omtrent in het midden van het dorp Sleeuwijk een Schans gheleyt, tot bevrijdinghe van de reviere en meerdere versekeringhe der stadt Gorcom”. Deze schans was “ghenaomt de Muggheschans”. 4

Op 2 januari 1595 gelasten de Staten van Holland de stad Gorinchem om fl 300,- bij te dragen aan het maken van de Muggenschans te Sleeuwijk. 5 

12. De Muggenschans. Kaart uit 1637.

 

Balthazar Floris van Berkenrode “Lantmeter van de Heeren Staaten Generaal” laat op zijn “Kaarte van Althena, geleghen in Hollant” uit 1637 de “Mugge Schans” als een prachtig fort zien, gelijkmatig en symmetrisch aangelegd, voorzien van een wal met hierin 2 Redans, 4 halve Bastions en een Poterne als toegang. Het binnenterrein is voorzien van 1 groot gebouw en 2 kleinere gebouwen. Eén van de kleinere gebouwen lijkt een torentje te hebben en is dus waarschijnlijk een kapel.

Over deze schans is nog niet veel bekend en wellicht is er door archiefonderzoek naar deze schans nog wat meer te weten te komen, over de bouw, de betrokken vestingbouwer en de inrichting van de Muggenschans.

Tot slot

Vier dagen voor het verschijnen van dit artikel is er op de site Streekgeschiedenis Alblasserwaard, ook een interessant artikel betreffende de Redoutes verschenen, geschreven door Anneke Bode. Dit artikel gaat meer over de bezetting van de redoutes en de wijze waarop de verdediging van de rivier in zijn werk ging, dus dat is mooi aanvullend op dit artikel.
Zie: https://geschiedenisalblasserwaard.wordpress.com/2023/03/19/redoutes-langs-de-merwede/

In dat artikel is ook sprake van een vermelding in het Notarieel Archief van Gorinchem, waarin het volgende staat: “in de tweede redout buiten Gorinchem aan de Dalemse dijk”. Wat er dus op wijst, dat aan de dijk ten oosten van Gorinchem ook redoutes waren, die vooralsnog niet op kaarten zijn gevonden.

 

Verantwoording

Auteurs:             Valentine Wikaart (archiefonderzoek en tekst Jacob Kemp en fort te Werkendam)

                             Hugo Ouwerkerk (overige tekst en afbeeldingen)

Redactie:            Joop Kuijntjes

 

Annotaties:

1              Historische Vereniging Sliedrecht, 07 – De Spanjaarden in de Alblasserwaard.
                https://www.historie-sliedrecht.nl/07-de-spanjaarden-in-de-alblasserwaard/

2              Kroniek van Gorinchem door W.F. Emck, blz. 49.

3                Kroniek van Gorinchem door W.F. Emck, blz. 57.

4                Scriptum Caspingium, blad voor jeugd en geschiedenis, jaargang 3 nummer 2, blz. 16, orgaan van de NJBG afdeling Gorinchem en omstreken.

5              Kroniek van Gorinchem door W.F. Emck, blz. 62

 

Afbeeldingen:

  1. Gezicht op de Blauwe toren met op de voorgrond enkele schepen. Regionaal Archief Gorinchem. Identificatienummer F12167.
  2. Detail van “Kaart van het land van Altena met alle de daarin gelegene polders”. Vervaardigd in 1637 door Balthazar Floris van Berkenrode , “Lantmeter van de Heeren Staaten Generaal”. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH [1500/1875] Inventarisnummer 1398.
  3. Detail van “Kaart van alle de opkomende gronden en visscherijen in den Zuidhollandschen Waard”, in 1625 gemaakt door Jan Pietersz Dou. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH. Inventarisnummer 1916.
  4. Detail van “Caerte van alle alsulcke landen, gorsingen, koijen”, enz. Vervaardigd in 1642 door G. van der Hult. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH. Inventarisnummer 1921.
  5. Detail van “Kaart van het land van Altena met alle de daarin gelegene polders”. Vervaardigd in 1637 door Balthazar Floris van Berkenrode , “Lantmeter van de Heeren Staaten Generaal”. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH [1500/1875] Inventarisnummer 1398.
  6. Detail van een “Kaart van den Kloppenwaard onder Werkendam”. Vervaardigd in 1643 door G. van der Hult. Nationaal Archief. 4.VTH [1500/1875]. Inventarisnummer 1952.
  7. Detail van een kaart van de landen van Altena en Heusden. Vervaardigd door Daniël Schellincx in het 1e kwart van de 17e Nationaal Archief. Toegang 4.VTH [1500/1875]. Inventarisnummer 1387.
  8. Detail van een kaart van “alle de opkomende gronden en visscherijen in den Zuidhollandschen Waard”. Vervaadigd in 1625 door Jan Pietersz Dou. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH. Inventarisnummer 1916.
  9. Gehakt rijshout in de uiterwaard Avelingen langs de Merwede bij Gorinchem.
    Foto Hugo Ouwerkerk.
  10. Detail van “Kaart van het land van Altena met alle de daarin gelegene polders”. Vervaardigd in 1637 door Balthazar Floris van Berkenrode , “Lantmeter van de Heeren Staaten Generaal”. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH [1500/1875] Inventarisnummer 1398.
  11. Detail van “Kaart van het land van Altena met alle de daarin gelegene polders”. Vervaardigd in 1637 door Balthazar Floris van Berkenrode , “Lantmeter van de Heeren Staaten Generaal”. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH [1500/1875] Inventarisnummer 1398.
  12. Detail van “Kaart van het land van Altena met alle de daarin gelegene polders”. Vervaardigd in 1637 door Balthazar Floris van Berkenrode , “Lantmeter van de Heeren Staaten Generaal”. Nationaal Archief. Toegang 4.VTH [1500/1875] Inventarisnummer 1398.