In vroegere winters vroor de rivier vaak geheel of gedeeltelijk dicht.
Wanneer bij dooi het ijs brak, ontstonden er massa’s ijsschotsen, welke door stroming en wind
werden opgestuwd.
Op dit plaatje uit 1799 is een hoge berg ijsschotsen te zien, opgestuwd tegen bolwerk 7.
Er ontstonden echter ook vaak rivier brede, opgestuwde ijsdammen, welke de doorstroom
van het water belemmerden, waardoor het waterniveau voor de ijsdammen gevaarlijk hoog werd.
Maar ook het dan weer losraken van de ijsdam leverde een extreem gevaarlijke situatie op, omdat
de bergen met ijsschotsen met vernietigende kracht tegen de dijken botsten en drukten.
Hierdoor ontstonden vele dijkdoorbraken, waarvan nu nog de vele wielen getuigen.
Uit onderstaand kranten artikel blijkt, dat men bij het losgaan van een ijsdam, de wijde
omgeving voor het gevaar waarschuwde door middel van kanonschoten. Voor dit doel waren op
2 januari 1880, vanuit Gorinchem vier kanonniers met een sergeant naar Tiel gestuurd.
Het tijdig lossen van kanonschoten is hen helaas niet gelukt en leverde een uitgebreide klacht op,
in de krant van 3 januari 1880.
Tot zo ver dit bijzondere verhaal.