HOOG-ARKELPOORT EN ROEIENBURG

© Bert Stamkot, Vestinghoofdbrekens aflevering 8

In de vorige aflevering ‘Van Oude Lombardstraat en Arkelpoort’ werd de Arkelpoort ook Laag-Arkelpoort genoemd, dit ter onderscheiding van de Hoog-Arkelpoort. Die middeleeuwse stadspoort stond slechts op zo’n 75 meter oostwaarts van de Laag-Arkelpoort. De Hoog-Arkelpoort nam een hoge positie in, waar hij de verbinding vormde tussen de Kortendijk met de buiten de stad lopende Goddendijk (Arkelsedijk) langs de Linge. Naar aanleiding van de Goddendijk werd de Hoog-Arkelpoort in 1326 1 en in 1435 ook wel Goddepoort genoemd.2 Waale situeert de Goddenpoort ten  onrechte ter plaatse van de Hoofdpoort (aan het begin van de Robberstraat)3.  Op 7 maart 1418 droeg Jacoba van Beieren het kasteleinschap van haar huis de Goede Poort op aan Dirck van Heukelum om het te bewaren met veertig gewapende manschappen. Terecht wees H.F. van Peer er al op dat hier niet de poort aan het eind van de Langendijk werd bedoeld, maar het kasteel aan de Merwede4. Het Hof van Arkel aan de Krijtstraat zal echter eerder met de Goede Poort zijn te associëren, immers toentertijd de enige ‘sterkte’ binnen de stadsmuren5.

Locatie Hoog-Arkelpoort

Geconstateerd was eerder al dat de stadsmuur ietwat schuin op de Laag-Arkelpoort aansloot6 en indien we die lijn volgen, conform de kaart van Jacob Van Deventer dan wordt het huidige bouwblok van Bagijnenwal 26-32 en Korenbrugstraat 5-9 aan de noordzijde begrensd door een muurstraat met stadsmuur.

1. Detail van de kaart van Jacob van Deventer uit 1545.

De Hoog-Arkelpoort zal dan gestaan hebben ter hoogte van de ietwat terugwijkende huizen Bagijnenwal 34-36.

2. Midden: de huizen Bagijnenwal 34-36.

Dit straatje met de naam Bagijnenwal stond vroeger ook bekend als het Noordeinde van de Kortendijk7.

In tegenstelling tot de Laag-Arkelpoort, waar de poort is vervangen door de onderwelfde coupure-doorgang en elk mogelijk bouwspoor van de poort rigoureus is uitgewist8, daar kunnen fundamenten van de Hoog-Arkelpoort nog wel aanwezig zijn.

3. Bouwblok van Bagijnenwal 26-32.

Aangezien het terrein met bebouwing aanmerkelijk is verhoogd zullen de mogelijke fundamentresten van de poort een meter of twee onder het maaiveld gezocht moeten worden.

4. Detail van het schilderij ‘Gorinchem vanuit het oosten’ uit 1568.

Op het schilderij ‘Gorinchem vanuit het oosten’ uit 1568 staat rechts de ‘Den Hooch arkel poort’ aangegeven. De veelheid aan torens hier kan inhouden dat de poort door twee torens werd geflankeerd.

5. Detail van de kaart van Pieter Sluyter uit 1553.

Wat ook het geval lijkt op de kaart van Pieter Sluyter uit 1553.
Buiten de poort stond de Arkelmolen. Wellicht was dat enige tijd een houtzaagmolen, gelet op de acht balkengaten aan de Linge die zijn afgebeeld op de kaart van Sluyter.

6. Detail van de kaart van Jacob van Deventer uit 1545.

Tussen de molen en de Hoog-Arkelpoort is op de kaart van Jacob van Deventer een vijvertje of wed aangegeven wat als drenkplaats voor paarden kon dienen, de naam Paardenwater lijkt daar nog aan te herinneren. Op de kaart van Jacob Kemp, die de tussenfase tijdens de overgang van de middeleeuwse ommuring naar de gebastionneerde omwalling in beeld heeft gebracht wordt het watertje een wyell genoemd.

7. Het vestingplan van Jacob Kemp uit ca. 1580 heeft het noorden links en is dus 90° naar links gedraaid in vergelijking met de vorige kaarten. Onder de dijk is de ‘wed’ of ‘wyell’ aangegeven, de voorloper van het huidige Paardenwater.

De naam Hoochg-Arkelpoort staat nog aangegeven maar de verbinding met de dijk werd toen al gevormd door een beer, maar ook door een ‘sluijsse’, bedoeld om de vestinggracht om het westelijke deel van de stad op peil te houden.

Het bastion had aanvankelijk nog een minder scherpe vorm. In 1600 is dan bastion I duidelijk aangegeven op de kaart van Wijdtmans met een voorgelegen stenen beer met één monnik (een paalvormige belemmering) dan een halve maan (verdedigingseilandje) en nog een beer alvorens er op de Arkelsedijk wordt aangesloten9.

Walstraat

8. Detail van de kaart van Jacob van Deventer uit 1545.

Op de kaart van Jacob van Deventer valt op dat de huidige Walstraat, die aansluit op de Korenbrugstraat, ontbreekt.

9. Detail van de plattegrond van Wijdtmans, gedateerd 1600.

De straat komt ook niet in beeld op de kaart van Wijdtmans uit 1600.

10. Detail van de plattegrond van Jan Caspar Philips uit 1755.

Op de kaart van Jan Caspar Philips uit 1755 staat deze ‘doorbraakstraat’ aangegeven. Toch maakte Emck10 al duidelijk dat hier in 1657 een nieuwe straat aanwezig was. Een strategisch belangrijke straat, want een directe verbinding vormend van de Arkelpoort naar de Korenbrugstraat en de wijk Over de Haven.

De vestingwal werd vanaf de (Laag-)Arkelpoort bediend door een (noordoostwaarts) opgaand pad naar de locatie waar de schotbalkenloods voor de Arkelpoortcoupure heeft gestaan om aan te sluiten op het straatgedeelte van de Bagijnenwal en de opgang naar molen Nooit Volmaakt in het midden van bastion I. Deze molen was nog nieuw toen hij in 1717 door een storm werd getroffen.

11. Plattegrond van J.M. Martini van 1753.

De molen werd in steen herbouwd op de ‘kat’, een aarden verhoging voor de plaatsing van geschut11. Op de kaart van J.M. Martini van 1753 staat deze molen voor het eerst afgebeeld.

Muur en Korenbrug

De stadsmuur ten oosten van de Hoog-Arkelpoort werd bij de Linge afgesloten door een stadstoren, waarvan de naam is overgeleverd als Duyvensteyn12. Waale noemt de toren Dumenstein13. De muur werd zuidwaarts voortgezet tot aan de Korenbrug. De brugsluis kreeg in 1824 een militaire functie in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De bij de brug horende sluis werd toen vervangen door een waaiersluis, die ook tegen hoog water in kon bewegen. Met de sluis bij de brug van Ceelen en de sluis bij Asperen leverde dat een vak Lingewater op waarvan een relatief hoge waterstand kon worden ‘opgezet’, deze was nodig om het voorgelegen platteland, als onderdeel van de Waterlinie, te inunderen14. Maar in de tijd van de stadsmuur valt op dat – volgens de kaart van Jacob van Deventer – de Korenbrug niet door stadstorens werd geflankeerd. Deze zijn dus onterecht wel aangegeven op het kaartje van Waale15 om zo op het aantal van 18 muurtorens te komen16.

Roeienborg

Op de kaart van Jacob van Deventer is direct aan de oostzijde van de Korenbrug dus geen stadstoren te ontwaren, pas in 1586 wordt er over een bolwerk Roeyenborch gesproken, als onderdeel van de wal vanaf de Burgpoort, waartoe op 7 juli van dat jaar was besloten17. Het betreft dat deel van de vesting uit de ‘tussenfase’ dat door Jacob Kemp in beeld is gebracht als een halfbastion.

12. Detail van de plattegrond van Jacob Kemp, ca. 1580.

Daarbij werd ook de al in 1576 opgerichte ‘wyntmoelen after Peter Marcelisz’ ingesloten18. Op 6 mei 1593 is er dan sprake van een ‘huysken aan de Coornbrugge genaamd Roeijenborgh, daar de wacht placht gehouden te worden’19. Het huysken werd in 1603 vervangen door een fors gebouw in rode baksteen met dikke muren dat als magazijn van het hoogheemraadschap Arckel beneden de Zouwe fungeerde en in 1704 een militaire bestemming kreeg20 als Lingewacht.

13. Gebouw de Lingewacht 1857.

Het was groter dan het huidige pand Blauwe Torenstraat 3 21. Vanwege de Belgische Opstand werd het in 1830 ingericht als artillerie-laboratorium, wat binnen een jaar naar de Kolfbaan aan de Nieuwstad verhuisde22. Het westelijke deel is omstreeks 1870 geamoveerd en vervangen door de bouw van een officierswoning, dat pand (Blauwe Torenstraat 1) is om verkeerstechnische redenen in 1974 gesloopt23.

14.Gebouw de Lingewacht in 1975.

Gebouw de Lingewacht verkeerde tegen 1970 in een deplorabele staat, wat H. van Hoogdalem tot het schrijven van een artikel bewoog, waarin hij sprak over ‘het oude bolwerk uit de ommuring van voor 1586’, immers ‘bouwstijl en materialen spreken van een hoge ouderdom’. De steenmaat 22 x 11 x 5 en de dikte van de vier steens muren zouden op een ouderdom van rond 1500 kunnen wijzen. De rode kleur van de bakstenen zou dan de naam als rode burg verklaren24. Ook de balkenstructuur van de zoldering zou volgens de rijksdienst voor de monumentenzorg 16de eeuws zijn25. Mogelijk is er ouder materiaal gebruikt bij de bouw eind 16e eeuw, bijvoorbeeld stenen afkomstig van de gesloopte stadsmuur. Het artikel van Van Hoogdalem had resultaat want al in 1975 is het gebouw gerestaureerd. Zijn theorie vond navolging bij H.F. van Peer26 en ook nog recentelijk in het boek Tien eeuwen Gorinchem 27. Maar de kaart van Jacob van Deventer moet in deze het zwaarste wegen: géén stadstorens aan beide noordeinden van de Korenbrug. Bij een opgraving achter Blauwe Torenstraat 5-7 zijn overigens evenmin sporen van de stadsmuur aangetroffen28. In 1992 vond de herbouw van de Lingewacht tot woonhuis plaats, waarbij de tot dan blinde westgevel werd voorzien van een erker en vensters29.

Annotaties:

1     Tien eeuwen Gorinchem,Geschidenis van een Hollandse stad. Matrijs, Utrecht, 2018, pagina 52.

2        W.F. Emck, Oude namen van huizen en straten in Gorinchem. Juni 1914, pagina 23 [zie ook: www.archeologiegorinchem.com];,

3        M.J. Waale, De Arkelse oorlog 1401-1412, Een politieke, krijgskundige en economische analyse. Verloren, Hilversum, 1990, pagina 181, figuur 6: Situeert met nummer 4 de Goddenpoort ten  onrechte ter plaatse van de Hoofdpoort.

4     H.F. van Peer een Gorcumer die historie schreef. Uitgeverij de Mandarijn, Gorinchem, 1980 (Merewade 3), pagina 40.

5     Felix Cerutti, e.a. (red.), Tien eeuwen Gorinchem,Geschidenis van een Hollandse stad. Matrijs, Utrecht, 2018, pagina 107.

6     Stamkot, Vestinghoofdbrekens deel 7, zie https://vestinggorinchem.nl/artikelen/van-oude-lombard-en-arkelpoort/

7     W.F. Emck, Oude namen van huizen en straten in Gorinchem. Juni 1914, pagina’s 22-23. [zie ook: www.archeologiegorinchem.com].

8    Stamkot, Vestinghoofdbrekens deel 7, zie https://vestinggorinchem.nl/artikelen/van-oude-lombard-en-arkelpoort/

9     Felix Cerutti, e.a. (red.), Gorcum oude prenten nieuwe verhalen. Historische Vereniging Oud-Gorcum, 2019, pagina 30.

10    W.F. Emck, Oude namen van huizen en straten in Gorinchem. Juni 1914, pagina’s 22-23. [zie ook: www.archeologiegorinchem.com].

11    A.J. Busch, Molens in Gorinchem, Wetenswaardigheden over de plaatselijke molens in de loop der eeuwen. Uitgeverij De Mandarijn, Gorinchem, 1978 (Merewade 1), pagina 42.

12    W.F. Emck, Oude namen van huizen en straten in Gorinchem. Juni 1914, pagina 22. [zie ook: www.archeologiegorinchem.com].

13    M.J. Waale, De Arkelse oorlog 1401-1412, Een politieke, krijgskundige en economische analyse. Verloren, Hilversum, 1990, Pagina 178.

14    01 Korenbrugsluis https://vestinggorinchem.nl/liniewater-quest01-korenbrugsluis/

15    M.J. Waale, De Arkelse oorlog 1401-1412, Een politieke, krijgskundige en economische analyse. Verloren, Hilversum, 1990, pagina 161,  figuur 6.

16    M.J. Waale, De Arkelse oorlog 1401-1412, Een politieke, krijgskundige en economische analyse. Verloren, Hilversum, 1990, pagina 177.

17     W.F. Emck, Oude namen van huizen en straten in Gorinchem. Juni 1914, pagina’s 28 en 29 [zie ook: www.archeologiegorinchem.com] en H.F. van Peer een Gorcumer die historie schreef. Uitgeverij de Mandarijn, Gorinchem, 1980 (Merewade 3), pagina 38.

18    A.J. Busch, Molens in Gorinchem, Wetenswaardigheden over de plaatselijke molens in de loop der eeuwen. Uitgeverij De Mandarijn, Gorinchem, 1978 Merewade 1), pagina 19.

19    H.F. van Peer een Gorcumer die historie schreef. Uitgeverij de Mandarijn, Gorinchem, 1980 (Merewade 3), pagina 40.

20    A.J. Busch, Monumenten in Gorinchem. Gorinchem, sectie Historie Culturele Raad van Gorinchem, 1975, zonder paginanummers.

21    De Lingewacht, Een beknopte beschrijving van het pand de Lingewacht aan de Blauwe Torenstraat 3 te Gorinchem. Bert Welmers, Gorinchem, 5 juni 2020, pagina 35 en Jenneke de Jong, De sleutel van Holland, Militaire gebouwen in Gorinchem. Stichting Merewade, 1996 (Gorcumse Monumentenreeks 4),  pagina 13.

22      Jenneke de Jong, De sleutel van Holland, Militaire gebouwen in Gorinchem. Stichting Merewade, 1996 (Gorcumse Monumentenreeks 4).,  pagina 13.

23     De Lingewacht, Een beknopte beschrijving van het pand de Lingewacht aan de Blauwe Torenstraat 3 te Gorinchem. Bert Welmers, Gorinchem, 5 juni 2020, pagina’s 34 en 40.

24    H. van Hoogdalem, ‘Rest van Huis Roodenborgh’. In: Nieuwsblad voor Gorinchem en omstreken (9 juni 1969) pagina 7.

25    De Lingewacht, Een beknopte beschrijving van het pand de Lingewacht aan de Blauwe Torenstraat 3 te Gorinchem. Bert Welmers, Gorinchem, 5 juni 2020, pagina 26.

26    H.F. van Peer een Gorcumer die historie schreef. Uitgeverij de Mandarijn, Gorinchem, 1980 (Merewade 3),pagina’s 38 en 39.

27    Tien eeuwen Gorinchem, Geschidenis van een Hollandse stad. Matrijs, Utrecht, 2018, pagina 120.

28    Een inventariserend veldonderzoek aan de Blauwe Torenstraat, gemeende Gorinchem, Hollandia reeks 43, pagina’s 9 en 11. Auteur S. Gerritsen, 1974.

29    De Lingewacht, Een beknopte beschrijving van het pand de Lingewacht aan de Blauwe Torenstraat 3 te Gorinchem. Bert Welmers, Gorinchem, 5 juni 202, 0pagina’s 42-49.

Herkomst afbeeldingen:

1.   Nationaal Archief. Nummer toegang 4.DEF. Inventarisnummer 1.4-5.

2.   Google Earth.

3.   Google Earth.

4.   Gorcums Museum Objectnummer 2576 A.

5.   Nationaal Archief. Nummer toegang 4.VTH. Inventarisnummer 2453

6.   Nationaal Archief. Nummer toegang 4.DEF. Inventarisnummer 1.4-5.

7.   Nationaal Archief. Nummer toegang 4.VTH Inventarisnummer 3279.

8.   Nationaal Archief. Nummer toegang 4.DEF. Inventarisnummer 1.4-5.

9.   Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, Beeldenbank UBVU-ID 0106050744001.

10. Regionaal Archief Gorinchem. Identificatienummer: onbekend.

11. Regionaal Archief Gorinchem. Identificatienummer: THA4-372

12. Nationaal Archief. Nummer toegang 4.VTH Inventarisnummer 3279.

13. Nationaal Archief. Tekening van ingenieur J.W. Conrad. Nummers onbekend.

14. Gebouw de Lingewacht in 1975. Collectie Regionaal Archief Gorinchem, F11752.1.