Deel 4: Rampjaar 1672; een waterlinie wordt gesteld; Gorinchem is onwillig!

Deel 4: De Gorinchemse vestingwerken en het garnizoen in Gorinchem

De Gorinchemse vestingwerken:
Deze waren evenals bij de meeste andere vestingsteden verwaarloosd, ze verkeerden in een vervallen toestand en de grachten waren dichtgeslibd. Deze moesten weer in goede staat gebracht worden en tevens moesten de Dalemsesluis en de Lingedijken van militaire versterkingen worden voorzien.
De Staten van Holland hadden de 10de juni besloten , dat de burgers van Gorinchem en de boeren van de omliggende dorpen aan het uitdiepen der grachten en aan de verdedigingswerken moesten arbeiden, maar deze waren onwillig. In plaats van te werken, beletten de boeren het stellen van de inundaties. De burgers waren wel begonnen met het uitdiepen van de grachten , maar als zij door de stedelijke regering niet werden aangemoedigd, verflauwde hun ijver spoedig.
De gecommitteerden (vertegenwoordigers van de Staten van Holland, die de taak gekregen hadden om de vesting Gorinchem in staat van verdediging te brengen), de heren Vivien en Raet lieten toen arbeiders uit Werkendam komen , want de vesting lag geheel open , daar men de grachten, om ze te kunnen uitdiepen, droog had gemaakt.
Toen Wirtz met zijn troepen in Gorinchem kwam, liet hij dadelijk met kracht aan de meest nodige werken beginnen; zijn komst gaf de burgers meer moed en de boeren werden tot werken gedwongen. Behalve degenen, die aan de andere werken gebruikt werden, waren er dagelijks aan de Gorinchemse vestinggracht 500 man bezig. De dijken en wegen werden doorgegraven, de sluizen weggebroken , de bomen omgehouwen , en de huizen buiten de stad afgebroken.

De vesting Gorinchem 1698. Erfgoedhuis Zuid-Holland/Provinciaal Historisch centrum Zuid-Holland/Flickr/Wikipedia CC-license, some rights reserved.

Gorinchem is onwillig!
Wirtz had weinig hulp van de burgerij ; dit blijkt uit zijn brief van de 27ste juni aan de Staten van Holland, waarin hij schrijft, dat hij aan de regering der stad verzocht had, dat de burgers “tot hare defensie eenige arbeyt mede over haer nemen mochte als buytewaerts planeren, afcappen van bomen ende afbreecken van nabystaende schadelycke gebouwen; maar ik hebbe daarin tot nogh toe niets connen obtineren, als vermenende dat sulxs van de generaliteyt behoorde te geschieden”.
Uit dit alles blijkt dat de toestand van Gorinchem verre van bevredigend was voor de bevelhebber aan wie de taak was opgedragen om die plaats tegen de zo in de nabijheid staande vijandelijke legers te verdedigen. Bij de regering en de burgerij vond hij ook die ondersteuning niet, welke zo veel kracht bij een verdediging kan geven, zoals de voorbeelden daarvan uit de 80-jarige Oorlog.
Want hoewel de regering van Gorinchem de 1ste juli aan de Staten van Holland schreef dat zij genegen was de stad met goedt en bloedt te verdedigen, blijkt uit de brieven, welke Wirtz aan de Staten schreef, dat hij weinig ondersteuning bij dezelfde regering vond:
Want sigh hier luyde vinden// zoo schrijft hij den 3en Julij, dewelcke alle den arbeyt dewelcke tot defensie van ’t land geschiet , als het inlaten der wateren , ruineringe ende afcappinge der naest in ’t gesicht staende boomen en tuynen , voor een onverdraeghlyckheyt ende de grootste insolentie houden”.
Ook de 17de juli beklaagt hij zich in een brief aan de Staten van Holland over de regering van Gorinchem:
Ick moet UEd. Gr. Mog., alhoewel seer ongeerne, van den toestand deser stadt oock dit refereren hoedat by eenige van de voornaemste regeerders in den stucken daer sy tot ’s lands ende haer eygene defensie, eere ende vryheyt billyck eenen sonderbaeren yver souden vermercken iaeten, alles soo traegh toegaet, dat ick met hetgene wat van hun dependeert ten deel langsaem, ten deel nogh tot d’intentie gelangen can; waeren sy ende haere interessen niet geweest , soo hadde het water voor lange al met goede facon weest Desen morgen comt my nogh ymandt met den heer van der Graeff van Dordrecht, UEd. Gr. Mog. hier aenwesende gedeputeerde, nae dat hy denselven, als noch geen kennisse van dese saecke hebbende, sub specie boni hadde geinformeert en wilde my nogh perverse informatie geven, waervan ick aan welgemelde heer gedeputeerde met vyff woorden het contrarie coste remonstreren ende soo gaet het my in allen den stucken waarin ick der Heeren voornaemsten regeerders haere assistentie behoeve, ende se sonder haer ingreep te doen niet voorbygaen cunne. Ick wil niet seggen maer ick kan het uyt den circumstantien indiceeren dat men myne aenstellingen by den ingesetenen geerne verdachtigh ende my overal verhaet maecken wilde , derhalven soo hebbe voor noodigh geacht UEd. Gr. Mog. hetselve bekent te maecken. Ick sal voor dese reys om UEd Gr. Mog. niet op te houden niet verder ad specimen gaen ; maer ick moet in genere nogh dit seggen dat sy eene ongelooffelycke froideur in die stucke dewelcke tot defensie van ’t landt ende haer eygen stadt gerequireert werden by sigh vermercken laeten”.
Door de krachtige maatregelen van Wirtz , ondersteund door de goede hulp van de gecommitteerden der Staten, was de vesting de 7de juli in goede staat van verdediging gebracht.
De gecommitteerden verzochten die dag dan ook de Staten, om hen van hun taak te ontslaan, omdat
“de stadt Gorinchem , soo wegens sijne wallen, grachten en batterijen in genoechsame defensie is gebracht en weynigh meer compt te mancqueren als aanbouwinge van eenige wachthuysen ende andere saecken van behoeften”.
Het garnizoen in Gorinchem:

Stichting groene Hart; Oud Hollandse Waterlinie- http://www.ontdekdewaterlinie.nl/
Toen Wirtz te Gorinchem kwam, vond hij aldaar waarschijnlijk niet anders dan 2 cavaleriecompagnieën van de ritmeesters Henneman en Stockheim; hij had bij zich de infanterieregimenten Wirtz en Golstein, de cavalerieregimenten prins Frits van Nassau, Montpouillan, van der Graeff en 2 eskadrons Spaansche cavalerie. De sterkte was totaal ca. 1200 man infanterie en 1500 man cavalerie.
Echter men rekende minstens 3000 man nodig te hebben voor een redelijke verdediging van Gorinchem en de buitenposten. Ondanks deze onderbezetting moest men toch nog 2 compagnieën cavalerie naar het fort Crevecoeur bij ‘s-Hertogenbosch en die vesting zelf sturen.
Verder nog 2 cavaleriecompagnieën naar Dordrecht, 1 naar Loevestein en Woudrichem, 2 infanterie compagnieën naar Bommel en nog 100 man infanterie naar Loevestein. De bezetting in Gorinchem werd aangevuld met 7 onvoltallige en ongewapende compagnieën infanterie van de “nieuwe werving”, totaal 229 man en nog 167 zeesoldaten.
Wirtz verzocht de 12de juli, toen hij meende dat de Fransen een aanval op dit gedeelte der linie zouden doen, om meer hulp, vooral op grond daarvan, dat Woudrichem en Loevestein weinig weerstand zouden bieden en de vijand, dan meester zijnde van den linker-Waal- en Merwe-oever, zou trachten om tussen Gorinchem en Dalem of in den Alblasserwaard te dringen en Wirtz dus de rivier over die gehele lengte zou moet en verdedigen.
De 22ste juli werd de bezetting versterkt met 6 compagnieën infanterie welke bij de overgave van Bommel naar Gorinchem getrokken waren. Zij waren tezamen 282 man sterk; een van die compagnieën was nog ongewapend. In Gorinchem waren geen wapens genoeg, zodat de 2de augustus in die plaats nog 19 ongewapende compagnieën lagen, welke daar al in de bezetting waren of aangeworven werden. De 8ste augustus werden 10 van deze compagnieën (die van het regiment van Dam) gewapend. Volgens het voorstel van den prins van Oranje daartoe gedaan was de 1ste oktober de bezetting van Gorinchem gebracht op 49 compagnieën (ca. 3000 man).

Stichting groene Hart; Oud Hollandse Waterlinie- http://www.ontdekdewaterlinie.nl/
Ook waren er problemen met de betaling van de arbeiders en de soldaten:
Zo schrijven de gecommitteerden aan de Staten van Holland de 23e juni, dat de arbeiders en de leveranciers niet werken of materialen leveren wilden tenzij zij alle avonden betaald werden; de 26e: dat de regimenten Golstein en Wirtz en de compagnieën van de nieuwe werving uit elkaar zullen gaan , indien zij niet betaald worden en dat bij gebrek aan geld voor de werken de zaken alhier in zodanige confusie zullen geraken , dat alles zal komen te vervallen en wij door het volk mishandeld zullen worden; niemand wil een stuiver op krediet accepteren.
Op 3 juli: schrijven zij:
en soo daerinne (in het betalen van een maand soldij aan het regiment Golstein) in korten niet en werdt voorsien soo staet te vrese dat sy sullen debanderen Hebbende den ritmeester den heere van Haeghoor ons deser dagen bekent gemaeckt dat syn ruyteren in twee daegen geen broodt gegeten hadden, sulcx dat wy te gemoet sien een seer groote confusie ende debandement van veel kompagnien”.
Verder gaf het groot getal cavaleristen dat in Gorinchem lag aanleiding tot vele wanorden ; er moest veel voeder voor de paarden zijn en daaraan was groot gebrek; de ruiters moesten zelf het hooi voor hun paarden aanschaften, maar dit was onmogelijk ; door het inunderen der landen was er geen hooi en door de slechte betaling der troepen waren de ruiters niet bij machte het te kopen.
Werd de betaling niet geregeld gedaan, dan was het begin van allerlei ellende reeds daar. Het moet dan ook geen verwondering baren, dat de troepen, door de slechte betaling die zij ontvingen, oproerig werden , dat een bevelhebber schrijft dat een regiment, dat slecht betaald werd, “van honger en miserie vergaet”, dat in kleine plaatsen, de troepen toen des daags in het slijk lagen en des nachts niet behoorlijk onder het dak waren gelegerd. Ziedaar de gevolgen van de slechte legerinrichting van die tijd, door verwaarlozing van het krijgswezen, in de republiek. In de winter braken er dan ook op grote schaal ziekten uit.

http://www.prinsenpatriot.nl

Ook in de vesting Gorinchem was de legering slecht; Wirtz schrijft hierover op de 16e november:
Het is in dese quartieren niet veel minder insonderheyt wat sieckten ende sterven aengaet: het welcke ten deel uit mancquement van betalinge, soo d’officiers den soldaten niet kunnen geven , ende ten anderen dat sy den geheelen tyd in nat ende koude aen quaertieren soo sleght sijn geaccomodeert geweest , waaruyt sieckte is ontstaen ende nogh dagelycx toeneempt door dien men in de steden van ’t gebruyck hetwelcke men in tijd van vreede heeft gehadt in ’t geheel niet will affwycken ende de soldaten met geen nootwendigh quartier versien. Onse luyden in deze quartieren (Gorinchem) hebben den geheelen soomer in den regen op de dycken ende wallen ende te aetst in die van plancken opgeslagen corps de gardes moeten leggen sonder een bond stroo bekomen te hebben. Nu men zich eyndelyck nae langen aenhouden aen de billetering schijnt te schicken, soo wil men de soldaten bij soodanige arme luyden leggen dewelcke selfs niet het bitterste hebben, men spreeckt oock wel tot accomodatie van woeste sehuyren ende een bos stroo , sonder andere onderlage nogh deecken waerby het dan oock nogh aen de vuyringe manqueert; waarvan deplaetsen onvoorsien sijn , daerom dan onmogelyck is dat niet verloopen, sieckte ende sterven daeruyt soude ontstaen. Weshalven dan oock d’officiers ende soldaten dagelycx querelleren ende in wat post ick kome , by my om remedie aenhouden waerby ick dogh niet verders can doen als bij de heeren H.Ed. Gr. M. gedeputeerden ende by de magistraten van de steden continuelyck aen te houden”.
In de maanden oktober, november en december van 1672 lagen in kwartier in Gorinchem, Woudrichem en Loevestein, 57 compagnieën, totaal ca. 3400 man.

Lees verder in deel 5, het laatste deel van deze reeks artikelen.

Referentie:
Dit document is een transcriptie, aangevuld met uitleg, extra informatie en afbeeldingen.
Het brondocument voor de transscriptie is:
DE VERDEDIGING VAN NEDERLAND in 1672 eis 1673.
BIJDRAGEN tot de STAATS- en KRIJGSGESCHIEDENIS van het VADERLAND.
VOOR EEN GROOT DEEL UIT ONUITGEGEVEN STUKKEN ZAMENGESTELD ,
DOOR DE 1e LUlTENANTS-lNGENlEUR
Jhe. J. W: VAN SYPESTEYN en J. P. DE BORDES.
EERSTE EN TWEEDE GEDEELTE.
TE ‘S GRAVENHAGE,
BIJ GEBROEDERS J. & H. VAN LANGENHUYSEN.
1850.
Het is aan te bevelen, om het originele document ook te lezen, alleen al vanwege het oude taalgebruik is dit leuk, het is gratis te downloaden op: https://books.google.nl/books/about/De_verdediging_van_Nederland_in_1672_en.html?hl=nl&id=JHlJAAAAMAAJ&redir_esc=y