Samenvatting voor wie de QR-code heeft gescand:
De kanononslopen zijn origineel en zijn rond 1700 gegoten in Nävekvern in Zweden.
Vervolgens gekocht door Nederland en gekeurd in Amsterdam.
Het betreft hier z.g. voorlaadgeschut met gladde loop (binnenzijde).
- Het kaliber wordt uitgedrukt in het gewicht van een massieve gietijzeren kogel, die het kanon kon verschieten.
- De houten onderstellen heten ‘affuiten’. Dit zijn heel goed gemaakte replica-affuiten.
Er zijn 3 locaties met deze kanonnen, scrol naar het juiste plaatje.
De kanonnen op Bastion 1 bij molen Nooit Volmaakt:
Als u er op het wandelpad voor staat:
Links een 12-ponder en rechts een 9-ponder.
Het type affuit heet ‘belegeringsaffuit’. Dat is een heel sterk affuit op dikke stevige wagenwielen en werd gebruikt voor de zware belegeringskanonnen.
Maar deze affuiten werden dus ook voor de zware kanonnen op de vestingwallen gebruikt.
Het kanon op de heuvel in Bastion 3:
Dit is een 18-ponder.
Het affuit is een affuit op raam en typisch een affuit voor vestinggeschut, het is geschikt voor het verplaatsen van het kanon over korte afstanden.
De terugslag bij het schieten wordt in goede banen geleid door het raam.
De kanonnen op Bastion 8 bij molen De Hoop aan de rivierzijde:
Dit zijn twee 18-ponders.
Ze staan op een ‘walaffuit’. Dat zijn affuiten, speciaal gemaakt voor toepassing op vestingwallen, het affuit heeft voldoende hoogte om het kanon boven de borstwering uit te laten steken (die borstwering is hier nu verdwenen).
Het onderste gedeelte van het affuit heet ‘raam’. Dit is een zwenkraam, het kon door twee man m.b.v. een ‘handspaken’ (grote houten hefbomen) heen en weer worden geduwd, om het kanon te richten.
Het bovenste deel van het affuit kan over het raam heen en weer glijden, om de terugstoot bij het schieten op te vangen. Onder loop liggen plakken hout, om de kanonsloop verticaal te richten.
- Het effectief bereik van deze kanonnen met een massieve gietijzeren kogel, bedoeld als vernielingsschot, was maximaal 1000 m.
- De maximale dracht met een met buskruit en kogeltjes gevulde holle, exploderende kogel, was ca. 2000 m.
- Dat is tot de lage kerktoren van Woudrichem, die u aan de overzijde van de rivier net boven de bomen uit ziet steken.
Heeft u tijd voor het hele verhaal, lees dan verder hieronder.
De oudere kanonnen op de vestingwal
Dit betreft de kanonnen die heden (2022), staan op vestingaffuiten op Bastion 8 bij molen De Hoop, op belegeringsaffuiten op Bastion 1 bij molen Nooit Volmaakt en op een bijzonder affuit op de heuvel in Bastion 3 bij de Caponnière. Deze kanonnen worden gekenmerkt door smalle ribbels (banden) bij de verspringende dikte van de loop.
Nadat deze kanonnen te oud werden of versleten waren, zijn ze afgedankt en als stootpaal in de grond gezet, naast de hoofdingangen van het Arsenaal en ter weerszijden van de doorgang van de Waterpoort. Dit om te voorkomen, dat onvoorzichtige chauffeurs een stuk van het gebouw af zouden rijden. Uit het stukje hieronder blijkt dat ze daar zelfs bijna twee en een halve eeuw gestaan hebben, tot 1994, toen Martin van Klei op het idee kwam om ze op de vestingwal te zetten, op door hem eigenhandig op ambachtelijke wijze gemaakte prachtige replica-affuiten.
Informatiebronnen
Uit Oud-Gorcum Varia:
De kanonnen, die bij het Arsenaal stonden zijn daar bij het gereed komen van het Arsenaal in 1755, direct al geplaatst. Door de aannemer van de bouw van het Arsenaal, de Gorcumse aannemer Pieter Roomer. Het afwerken van de pleinen aan weerszijden werd apart aanbesteed en ook gegund aan Pieter Roomer. Bij dat werk hoorde het plaatsen van zes oude kanonnen, als stootpaal. Drie van die kanonnen waren afkomstig uit Hemert. Het is onwaarschijnlijke dat men hier het Friese- of Groningse buurtschap bedoeld en zal het dus wel Nederhemert zijn aan de Maas.
Bron: OGV-033, blz. 112, Arsenalen door R.F. van Dijk.
Uit “Kanonnen van Nederland”:
De kanonnen in Gorinchem dragen het keurmerk van Amsterdam, maar zijn daar niet gegoten.
Deze kanonnen zijn gegoten in Näfvequarn of Nävekvernbruk in Zweden. De gieter was Gillis de Besche, een nazaat van de Waalse Willem de Besche, die al in de 16e eeuw naar Zweden was geëmigreerd en daar een ijzergieterij was begonnen.
In Nederland was men niet in staat om grote kanonnen van ijzer te produceren, wel van brons. Daarom werd het grote ijzeren geschut geïmporteerd. Meestal werd er geschut bij Finspong in Zweden besteld, ook een gieterij in eigendom van nazaten van een emigrant uit de Nederlanden. Echter tussen 1694 en 1708 was Nävekvern de belangrijkste leverancier van de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden.
De kanonnen waren op de vlakken van de tappen (uitsteeksels voor bevestiging op affuit) voorzien van de intialen van de gieter, met een G op de linker tap en DB op de rechter tap.
Bovenop de loop ter hoogte van het broekstuk (achterzijde kanon) staat het gewicht vermeld in Amsterdamse ponden, met daarachter de letter A voor Amsterdamse pond. Voor de cijfers staat de letter H. Waarschijnlijk was dit laatste om aan te geven, dat deze kanonnen voor Holland bestemd waren.
Bron: “Kanonnen van Nederland” door Nico Brinck, een uitgave de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, 2020. ISBN: 978-90-5799-331-2. Blz. 262 en 271 t/m 274.
Diverse handelssteden hadden in die tijden hun eigen gewichten vastgesteld. De Gorinchemse pond was bijvoorbeeld 466 gram en de Amsterdamse pond 494,09 gram.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pond_(massa)
Gorinchemse kanonnen
Het gewicht van de boven afgebeelde kanonsloop is dus 4250 Amsterdamse pond.
In hedendaagse kilo’s is dat dan 4250 x 0,49409, dus afgerond 2100 kg.
De initialen op de vlakken zijn bij Gorinchemse kanonslopen niet of nauwelijks meer te zien. Het “Amsterdammertje” is hier en daar flauw waarneembaar. Het gewicht is nog redelijk goed te lezen.”
In het boek van Nico ten Brink wordt alleen het 12-ponder kanon van de twee kanonnen, die bij molen Nooit Volmaakt staan beschreven. Echter de overige kanonnen die het hier betreft hebben dezelfde kenmerken, maar wel verschillende kalibers.
Metingen
In 2018 hebben leden van de Werkgroep Vesting Gorinchem, samen met een expert van het Kenniscentrum Waterlinies al deze Gorinchemse kanonnen opgemeten en beschreven. Van deze metingen heeft Ruud Mosk van het Kenniscentrum Waterlinies een rapport gemaakt. Waaruit de volgende hoofdgegevens komen:
Bastion VIII Dalembolwerk Molen De Hoop
2x 18-ponder
Materiaal: Gietijzer
Kaliber loop: 13,5 cm (18 pond).
Lengte loop: 318 cm
Beide voorzien van XX op loopeinde (betekenis onbekend)
Aanduiding H41 en 7-0-A of 7-9-A
Hieruit volgt een gewicht van 2060 kg.
Voor het andere kanon H42 en 9-0-A of 3-0-A
Hieruit volgt een gewicht van 2090 kg.
Bastion III (voorheen IV)
18-ponder
Materiaal: Gietijzer
Kaliber loop: 13,5 cm
Lengte loop: 312 cm
Voorzien van XX op loopeinde (betekenis onbekend)
Aanduiding H41 en 6-0-A
Hieruit volgt een gewicht van 2055 kg.
Bastion I
9-ponder
Materiaal: Gietijzer
Kaliber loop: 10,8 cm
Lengte loop: 263 cm
Voorzien van XXX op loopeinde (betekenis onbekend)
Aanduiding H23 en 6-0-A
Hieruit volgt een gewicht van 1166 kg.
12-ponder
Materiaal: Gietijzer
Kaliber loop: 12,1 / 12,2 cm
Lengte loop: 285 cm
Voorzien van XXX op loopeinde (betekenis onbekend)
Aanduiding H31 en 6-o-A
Hieruit volgt een gewicht van 1561 kg.
Weggegeven
Er zijn nog enkele tientallen kanonnen, gegoten in Nävekvern, overgebleven in Nederland, waarvan er 6 in Gorinchem waren. Toch een redelijk zeldzaam tastbaar origineel van onze rijke geschiedenis. Het is daarom betreurenswaardig, dat het Gorinchemse gemeentebestuur een aantal jaren geleden een originele kanonsloop aan Korea heeft geschonken. Men had beter een replica kunnen geven.
Inmiddels is ook in Gorinchem het belang doorgedrongen van de voormalige verdedigingswerken als een bijzonder erfgoed, wat nog geheel om de binnenstad aanwezig is. Hieruit is ook de behoefte ontstaan om deze vestingwerken educatief als zodanig onder de aandacht te brengen i.p.v. als wandelpark.
Hieruit is het idee voortgekomen om de vestinguitstraling te verbeteren, o.a. door het plaatsen van kanonnen op wat meer plaatsen dan op de drie locaties, waar er nu kanonnen staan. Dit zodat het daarmee voor het algemeen publiek ook duidelijk wordt, dat men hier met een vestingwal te doen heeft, waar vanaf de verdediging en beheersing van de omgeving met geschut plaats vond.
Daarbij moet ook worden gestreefd, dat de manier van opstellen van dat geschut de authentieke situatie redelijk benaderd, om een educatief correct beeld te presenteren. Dus niet (zoals op de huidige locaties het geval is) een opstelling op een vlak grasveldje, als ware het een modern kunstwerk.
Echter het verkrijgen van originele kanonslopen van elders blijkt niet makkelijk te zijn. En dan nog moeten daarvoor replica-affuiten worden gemaakt, wat ondanks de inzet van vrijwilligers toch vrij duur is.
Tot zover deze informatie over de “oudere kanonnen” van de vesting Gorinchem.