Batterij Pelwal, de Hollandse kanonneerboten en de buskruit ontploffing.

4-OPV_G80 Gorinchem bewapening klein

Inleiding

Wanneer we naar de kaart van de Franse genie (hierboven) uit 1813 kijken, waarop de bewapening van Gorinchem is aangegeven voor het Beleg van Gorinchem 1813/1814. Dan zien we een concentratie van geschut in het Noorden, bij de Arkelpoort en de Linge en in het zuidwesten aan de rivier de Merwede. De Fransen, die Gorinchem moesten verdedigen, verwachtten schijnbaar de vijand uit het noorden en uit het westen. En dat klopt ook wel. Hollanders en Engelsen kwamen uit het westen, Kozakken en Pruisen uit het noordoosten.

De situatie

Het leger van Napoleon trok vanuit Duitsland terug, dus vanuit het oosten, achtervolgd door de Kozakken en de Pruisen. De Franse militairen, Franse ingezetenen en Frans gezinde Nederlanders trokken vanuit het noorden richting Frankrijk. Een groot deel concentreerde zich bij Gorinchem, om via de Waterpoort en het veer naar het zuiden te vluchten. Napoleon had Gorinchem aangewezen als de vesting, die de aftocht moest dekken. De Franse genie was al lang druk bezig, om de vesting Gorinchem in staat van verdediging te brengen en diverse Franse legereenheden en de Franse generaal Rampon kwamen binnen de vesting, om de verdediging op zich te nemen.

Landing_Willem_Frederik_Scheveningen_1813

Prins Willem Frederik van Oranje was op 30 november 1813 te Scheveningen op het strand geland, echter reeds voorafgegaan door Engelse legereenheden. De prins werd daar door een juichende mensenmassa ingehaald en al op 2 december 1813 te Amsterdam uitgeroepen tot Willem I soeverein vorst der Nederlanden.

Frgm batt Pelwal krt 1813 bwpng Gorinchem bew vg

De Batterij Pelwal en overige bewapening

Het Moole bolwerk (nr. 6), of de Pelwal was toen een belangrijk punt in de verdediging van Gorinchem, dit gezien de daar opgestelde bewapening van vier kanonnen van 24 pond. Dit was het zwaarste kaliber, wat men toen in Gorinchem had. Ook zien we op Bastion 5 nog een 24 ponder flankerend opgesteld. Vanaf bastion 5 wordt de Oude Wolpherensedijk (nu is daar De Punt van overgebleven) bestreken met een 6 en een 12 ponder, maar ook met een mortier van waarschijnlijk 7,5 duim. Echter de Batterij Pelwal bij de Pelmolen is flink verhoogd, om met deze kanonnen ruim over de Oude Wolpherense dijk heen te kunnen schieten, om de rivier te bestrijken. We zien op dat punt ook de Stenen Beer bij de Duveltjesgracht. Daar sluit de Oude Wopherensedijk op aan, houdt dan op als waterkering en wordt een laag pad over de kade, naar de Waterpoort. Daardoor konden de twee kanonnen van 18 pond, welke lager staan, achter de borstwering langs de Duveltjesgracht, dus ook de rivier bestrijken. Wat wij nu kennen als buiten de Waterpoort met het Wilhelminapark, was er toen nog niet, dus men had daar vrij schootsveld over de rivier.
We zien ook, dat de Pelmolen dicht bij de borstwering staat (net als nu nog molen De Hoop op Bastion 8). Zo stond de molen hier op het verhoogde deel van de Batterij. Vestingtechnisch niet goed, maar wel goed, om veel wind te vangen. Het lag dus voor de hand, om de kruitkisten met schietvoorraad (vanuit het kleine bomvrij buskruitmagazijntje gehaald) bij de molen te plaatsen.

 

De kannonneerboten

Inmiddels verspreidde de opstand zich als een lopend vuurtje en in Rotterdam sloten de bemanningen van twee kanonneerboten van de marine zich bij de opstand aan. Na ampele overwegingen heeft later de Schout bij Nacht Kikkert ook de zijde van Oranje gekozen. Deze heeft kapitein ter zee C. Ph. W. Keiler aangesteld tot commandant, “omme eene divisie kanonneerbooten onder zijne orders te nemen en daarmee te ageren op de rivieren in Zuid-Holland”.

Op de 12de december kwamen de kanonneerboten ’s avonds voor Sleeuwijk aan, waar ze voor anker gingen. Aan de overzijde arriveerden nu nabij Schelluinen de Pruisen. Reeds op de 10de had Kikkert aan Keiler geschreven, dat de commandanten der kanonneerboten nauw zouden moeten samenwerken met de Pruisische generaal Krafft. Vooral door het werk van Kikkert breidde het aantal boten op de Merwede zich uit. Op 19 december zijn het er reeds negen, alle liggend tegenover Gorcum bij Sleeuwijk, terwijl er enige dagen later reeds twaalf zijn. Te Hellevoetsluis en Willemstad was op diverse kanonneerboten de vaderlandse vlag gehesen, toen de Fransen deze plaatsen verlieten. Deze schepen werden alle naar Gorcum gedirigeerd. Ook waren er schepen van Amsterdam onderweg. Keiler kreeg de opdracht Gorcum aan de zuidkant in te sluiten.

getuigd model Brik 3

De term kanonneerboot lijkt vrij modern, maar werd toen ook allang gebruikt voor kleine, snelle en wendbare zeilscheepjes, uitgerust met een aantal kanonnen. De zeilscheepjes, welke voor Gorinchem verschenen, waren van het type “Brik”. Dat waren toch wel zeegaande schepen van meer dan 20m lengte. Een Brik was een kielschip met twee vierkant getuigde masten, met stengen, en met stagzeilen. Aan de achtermast zit het brikzeil (langsscheeps zeil). Er is een boegspriet en een kluiverpen als verlenging van de boegspriet. Het schip is vrij kort gebouwd, snel en wendbaar. Voor een vrij klein zeilschip is er een relatief grote bemanning nodig.

 

De ontmoeting met de Gorinchemse Batterijen

“Nadat de vorst wederom op 7 januari 1814 was ingezet (het had reeds in november en december gevroren) ontstond er twee dagen later een hevig vuurgevecht, dat twee uur aanhield, en waarbij de Fransen uit vier batterijen zo hevig schoten, dat het schip van Ampt (een Rotterdamse held) twee grondschoten opliep, voorts nog één langs het dek en nog een twaalfponder tegen de mast. Het gelukte het scheepsvolk het vaartuig droog te houden door aanhoudend te pompen. Na dit vuurgevecht dirigeerde Keiler de schepen tot buiten het bereik van het vestinggeschut. Te Werkendam debarkeerden zij een 54 man voor de bediening van houwitsers aan de oever”.

 

De ontploffing

“Op zondagmorgen 30 januari, tijdens de hevigste beschietingen tot dan toe, werd omstreeks tien uur vanuit batterij nr. 4, die onder commando stond van kapitein Severeyns, met een worp van 17 pond buskruit een mortier afgevuurd, waarbij de directie was op de Pelmolenbatterij, dog was de wind tegen en is een der bomben in het kruytmagazijn, ‘Welk waarschijnlijk digterbij was, gesprongen en heeft eene verschrikkelijke explosie verootzaakt. De gevolgen van deze inslag waren vreselijk: enkele kruitkisten, gevuld met 40 kardoezen voor elk der zeven vuurmonden op het bastion werden getroffen en ontploften. Door de kracht van de explosie trilde de gehele stad op haar grondvesten, terwijl de ontploffing tot op vele uren afstand hoorbaar was. Er vielen 17 doden en vele gewonden; de lichaamsdelen van de slachtoffers lagen overal verspreid, tot op de Appeldijk en het ijs in de Merwede”.

Batterij Pelwal

 

Tot slot

Tot zover de gebeurtenissen in 1813 en 1814, rond de Batterij op de Pelwal, welke gebeurtenissen het directe gevolg waren van het belangrijke gebeuren van die tijd op het wereldtoneel, waarin van de vesting Gorinchem dus ook weer een rol speelde.
De Werkgroep Vesting Gorinchem wil dan ook graag voor de wandelaar, toerist en vestingliefhebber dit stukje geschiedenis weer aanschouwelijk en beleefbaar maken, door deze hoge Batterij hier weer terug te brengen. Tot het jaar 2003 was hier duidelijk nog een flinke verhoging op de vestingwal aanwezig, welke hier zonder problemen voor de omgeving weer teruggebracht zou kunnen worden. Natuurlijk wel netjes strak onder profiel, met wandelpad en eventueel voorzien van kanonnen.

Arsenaal + Bolwerk 6

We zien hier het Arsenaal aan de Boerenstraat met daarboven Bolwerk 6 met de verhoogde Batterij aan de Pelwal. Vergelijk de hoogte van de borstwering daar maar eens met de Stenen Beer rechts daarvan en met de borstwering, waarop het bovenste wandelpad aankomt, ook rechts daarvan. Voor 2003 was de Batterij Pelwal dus grotendeels intact en is tijdens het “Kanjerproject” zonder meer geamoveerd. Was dat wel de bedoeling, of een centenkwestie?

Jammer!

Bronnen:

  • Kaart kopie 4-OPV_G80 uit het Nationaal Archief. Bewerkte fragmenten door de Werkgroep Vesting Gorinchem.
  • Wikipedia: Landing van de Prins, De landing van Willem Frederik geschilderd door Nicolaas Lodewijk Penning, naar Reinier Vinkeles en een tekening van Jan Willem Pieneman.
  • Rotterdams Jaarboekje 1964, FREDERIK HENDRIK AMPT EN DE GEBEURTENISSEN AAN HET EIND VAN 1813 DOOR J. H. DE GROOT, uit het gemeentearchief gemeente Rotterdam.
  • Afbeelding: Getuigd model van een brik, tweede helft achttiende eeuw, van MARITIEM DIGITAAL, de grootste online database van maritieme objecten en literatuur van de Benelux, het Scheepvaartmuseum Amsterdam, inventarisnummer A.0149(008), collectie Hooft, ’t, maker anoniem.
  • Gorcum Varia nr. 31 DE KORENMOLEN OP BASTION VI TE GORINCHEM, LATER DE PELMOLEN Aflevering 2, door de heer A.L. van Tiel. Uitgave van de Historische Vereniging Oud-Gorcum.
  • Het boekje F.H.A. Sabron. De vesting Gorinchem van november 1813 tot maait 1814, voorhanden in het Regionaal Archief Gorinchem.
  • Afbeelding van de beschadigde Pelmolen en de Batterij Pelmolen uit het Regionaal Archief Gorinchem.